ANPR-camera’s: Wijdemeren had toch gelijk, Broertjes trekt eerdere uitspraak in, wat resteert is grote verbazing

De ANPR-proefcamera’s langs invalswegen van Wijdemeren, Hilversum en Weesp lijken minder bedreigend voor de privacy van onschuldige burgers dan het zich eerder liet aanzien. Naar nu blijkt, had de gemeente Wijdemeren daarin toch gelijk.

ANPR-camera’s. (Foto Adrian Pingstone, Publiek domein)

Dat valt op te maken uit antwoorden die de Hilversumse burgemeester, Pieter Broertjes, vrijdag heeft gegeven op vragen van gemeenteraadslid Edwin Göbbels (Democraten Hilversum). Waarbij ik er dan even vanuit ga dat Broertjes ditmaal de juiste informatie verstrekt. Eerder immers schreef hij aan zijn eigen gemeenteraad iets anders en ook zijn jongste antwoorden blinken hier en daar niet uit door helderheid.

De camera tussen Loosdrecht en Hilversum. (Foto Ronald Frisart)

Even beknopt de essentiële feiten. Eind oktober begon in Wijdemeren, Hilversum en Weesp een proef met zogeheten ANPR-camera’s om geboefte te pakken. De proef duurt vijf maanden en omvat vijf ANPR-camera’s. ANPR staat voor Automatic Number Plate Recognition (automatische herkenning van kentekenplaten). Een van de camera’s hangt tussen Loosdrecht en Hilversum aan de rechterkant van de Loosdrechtseweg, nabij de kruising met de Oscar Romerolaan, tegenover de Volvo-garage. Een tweede hangt langs de N201 ter hoogte van Vreeland bij de rotonde bij Fort Kijkuit. Nummertje drie hangt niet zo ver van Loosdrecht in Hilversum bij de splitsing Noodweg/Utrechtseweg. De overige twee hangen in Weesp.

Risico’s voor burgers

Het heikele punt was steeds op grond van welke wetgeving die camera’s er hangen: alleen op grond van artikel 3 Politiewet of ook op grond van artikel 126jj Wetboek van Strafvordering. Dat artikel 126jj geeft politie en Openbaar Ministerie namelijk ruimere bevoegdheden. Volgens onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid kleven daaraan risico’s voor de privacy van onschuldige burgers. Bovendien heeft de politie de regels zelfs drie keer bewust terzijde geschoven.

De gemeente Wijdemeren stelde vanaf het begin dat het alleen gaat om (het beperktere) artikel 3 Politiewet. Dan worden namelijk alleen in zogeheten referentielijsten voorkomende verdachte kentekens vastgelegd. Een camera op grond van 126jj legt alles vast. Maar anders dan Wijdemeren meldde Broertjes in oktober over de cameraproef stellig: ,,Het systeem stoelt op artikel 3 Politiewet en 126 jj Wetboek van Strafvordering’’.

In het geniep

Op grond daarvan verweet ik op Rading Nul de gemeente Wijdemeren ofwel erg slordig te zijn ofwel erg losjes om te gaan met de waarheid. Tijdens een formeel openbare, maar feitelijk vrijwel in het geniep gehouden informatiebijeenkomst voor raadsleden hield een Wijdemeerse ambtenaar echter overeind: de camera’s functioneren echt alleen maar op basis van artikel 3 Politiewet, niet op grond van het ruimere 126jj Strafvordering. Ik meende dat toen ernstig te moeten betwijfelen – op grond van Broertjes’ mededeling.

Pieter Broertjes. (Foto gemeente Hilversum)

Maar wat schrijft diezelfde Hilversumse burgemeester nu in antwoord op het  vasthoudend doorvragende raadslid Göbbels: nee hoor, het ruimere artikel 126jj is bij de cameraproef niet van toepassing, kentekens die niet in een referentielijst voorkomen worden niet bewaard. Anders gezegd: Broertjes heeft buurgemeente Wijdemeren vorig jaar ten onrechte in een kwaad daglicht gezet, Wijdemeren had het vanaf het begin bij het rechte eind (aannemende althans dat het antwoord van Broertjes dit keer wel klopt).

Dat laatste noteer ik als slagje om de arm niet voor niets, want Broertjes schreef deze vrijdag ook dat de proefcamera’s alleen maar kentekens tonen, terwijl we uit WODC-rapporten weten dat ANPR-camera’s ook geregeld inzittenden van auto’s in beeld brengen. Maar goed, waar Broertjes zijn eerdere kennelijke fout nu heeft hersteld en over de juridische basis van de proef hetzelfde zegt als de gemeente Wijdemeren altijd al deed, mogen we er, denk ik, toch vanuit gaan dat Wijdemeren vanaf het begin op dit punt de juiste informatie heeft gegeven.

Praten

Wel blijft het hoogst verbazingwekkend dat twee bij de cameraproef samenwerkende gemeenten op een voor de privacy van burgers zo belangrijk punt zulke tegenstrijdige informatie kunnen geven. Praten die proefpartners wel eens met elkaar of denken ze: de burger zoekt het maar uit?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.