Vanaf haar Thorbecke lezing was het me al duidelijk. Minister Kajsa Ollongren was van plan de democratie terug te brengen in de discussie over gemeentelijke herindelingen. En dat heeft ze gedaan Daarvoor verdient ze een groot compliment.
Wat hebben we geleden onder het machtsvertoon van de plannenmakers die op hun Haagse of Haarlemse kantoren nog nooit een echte burger hadden meegemaakt. Niet gehinderd door mallotige ideeën, als inspraak en draagvlak, bedachten ze weerzinwekkende constructies, waarbij Ronald Plasterk, die in het wilde weg van alles aaneen wilde breien, wel de kroon spande.
En toen kwam Kajsa Ollongren van D66 en het oude Van Mierlo gevoel was er plotseling weer. Ze ruimde de bestuurlijke rampspoed op, trok zich niets van de bobo’s aan en wees erop dat dorpen en steden zelf hun toekomst behoren te bepalen en dat niemand anders daar over gaat.
Daarbij gaat ze ervan uit dat gewone mensen verstandige wezens zijn die best in staat zijn juiste keuzes te maken. En die er genoeg van hebben om als een soort wegwerpartikel in de vuilnisbak van Provincie of Rijk te belanden
Het nieuwe toverwoord “bestuurskracht” is niet aan haar besteed en de inzet van dit kwaadaardig fenomeen behoort gelukkig nu tot het verleden.
Den Haag zwabbert weliswaar, maar Kajsa Ollongren gebruikt de zwabber wel op de juiste manier.
Zo heeft ook Thorbecke het bedoeld.
Putter