Ik zag zojuist de hoofdredacteuren van het NOS Journaal en Omroep Gelderland en NOS journalist Edwin van den Berg aan tafel in het discussieprogramma OP1. Zij vertelden dat journalisten bedreigd en onder druk gezet worden.

Edwin van den Berg vertelde dat hij regelmatig bedreigd wordt als hij bij een demonstratie verslag doet voor het Journaal. Demonstranten eisen van hem op hoge toon dat hij het nieuws in het Journaal laat zien, zoals zij dat willen. Bij een demonstratie van boeren vandaag, was te zien dat hij moest stoppen met een interview met een boerenleider, omdat er enkele figuren schreeuwend op hem af kwamen. En dat ondanks het feit dat de redactie tegenwoordig een beveiliger met hem mee stuurt.
Hij vertelde dat hij ook op het Malieveld was, waar de spanning bij de boeren indertijd nog hoger op liep. Daar werd hij begeleid door een aantal beveiligers. Desondanks werd het werk hem moeilijk gemaakt, werd apparatuur vernield en werd er tegen de auto’s van de NOS gepist. Overigens gebeuren dit soort dingen ook bij andere demonstraties, hij noemde bijvoorbeeld de groep Corona-waanzin.
De hoofdredacteur van Omroep Gelderland, Sandrina Hadderingh, bevestigde het beeld. Ondanks dat de lokale Gelderse omroep dichter bij de maatschappij staat, worden ook verslaggevers van haar redactie lastig gevallen en wordt hen het werken regelmatig onmogelijk gemaakt.
In een democratie is de vrije pers onmisbaar. Om verslag te doen, om informatie te geven en om misstanden op te zoeken en aan het licht te brengen. Die vrije pers is pluriform. Er is rechtse en linkse pers, al dan niet gebaseerd op specifieke levensovertuigingen. Dat is mooi. Dat bevordert het debat.
Maar als de pers, van welke kleur dan ook, gehinderd en bedreigd wordt in haar werk, dan moeten alle alarmbellen gaan rinkelen. Dan komt niet meer aan het licht dat de Belastingdienst onwettig handelde, loog tegen de rechter en daarmee tienduizenden mensen dupeerde. Dank Pieter Klein (RTL) en Jan Klein-Nijenhuis (Trouw). Dan komt niet aan het licht dat Minister Opstelten (Justitie) de conclusies van zijn eigen Wetenschappelijk bureau (WODC) liet herschrijven in zijn voordeel (Nieuwsuur). Dan was er geen bonnetjes affaire geweest. Onderzoeksjournalistiek als van Follow The Money, die de vruchtbare fraude en manipulaties van voorzitter Keizer van de VVD aan het licht bracht. En nu een serie artikelen publiceert over het feit dat in veel gemeenten burgers nauwelijks bezwaar kunnen maken.
Pers die klokkenluiders een podium geeft. En zo kan ik nog wel even door gaan.
Willen we onze democratie in stand houden en beschermen, dan moeten wij, burgers van Nederland, ons te weer stellen tegen bedreigingen van journalisten, ook als die soms een mening verkondigen die ons niet bevalt. Doen we dat niet, dan wordt de pers van links tot rechts, het slachtoffer van het stempel “fake nieuws”. Waar dat toe leidt zagen we al eerder.
Dat moeten we niet willen. Handen af van journalisten. Van het Weekblad Wijdemeren, van regionaal nieuws, van de televisie en van kranten. Welke dan ook.
Wel jammer dat het juist Ria Hennis was die pamfletten bij de lokale slager van de toonbank weggriste omdat ze het niet eens was met wat er op die pamfletten stond, namelijk een oproep om het schapenweitje in Nederhorst vrij te houden van bebouwing.
Een “zeer gewaardeerde uitspraak” aanhalen blijkt weer eens gemakkelijker dan je er zelf aan houden.
Gelukkig voor Nederhorst is het schapenweitje gespaard gebleven, zeer tegen de zinnen van DorpsBelangen Ria Hennis in.
Een zeer gewaardeerde uitspraak is: “Ik ben het totaal niet met je eens, maar ik zal tot de dood toe vechten om jou het recht te geven die mening te verkondigen”
Geen idee wie dit als eerste zo ongeveer gezegd heeft, maar volgens mij is dit het Fundament van een beschaafde samenleving met een vrije pers en respect voor onze grondwet, onze omgeving en vooral voor elkaar!
Dank Rik, voor deze hartekreet.
Dank je wel Ria. Het was Voltaire.
Voltaire:
“Je ne suis pas d’accord avec ce que vous dites, mais je me battrai jusqu’au bout pour que vous puissiez le dire.“
Ofwel:
“Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.“