Technische vragen

Het enige wat mij aanspreekt bij het ‘nieuwe vergaderen’ in de gemeenteraad van Wijdemeren is de behandeling van technische vragen. Die kunnen nu niet meer ter plekke in een commissie- of raadsvergadering gesteld worden. Ze moeten ruim voordat de vergadering plaatsvindt per e-mail ingediend worden, waarna ze door de wethouder en diens ambtenaren schriftelijk beantwoord worden.

Dat is handig. In het verleden werden dat soort vragen gesteld tijdens een commissivergadering. Dat kostte veel tijd, mede doordat de wethouder soms geen (goed) antwoord kon geven. Het haalde de ‘flow’ uit een goede politieke bespreking, zo vond men. Met het ‘nieuwe vergaderen’ gebeurt het nu echter met regelmaat dat er op zo’n schriftelijke vraag geen antwoord gegeven wordt omdat hij als ‘politiek’ beschouwd wordt. Het omgekeerde gebeurt ook, namelijk dat een vraag tijdens de vergadering niet toegelaten wordt omdat hij ‘technisch’ zou zijn. Bij de laatste raadvergadering zagen we hoe dit tot idiote toestanden kan leiden.

Aan de orde was de ‘Nota Klimaatadaptatie 2020-2030’, punt 12 van de agenda. Aan het woord was Olivier Goetheer van De Lokale Partij (oppositie). Hij was zijn betoog begonnen met een meesterlijk gebracht verhaal over zijn joodse grootvader en wat die man overkomen was tijdens en na de oorlog. Heel toepasselijk, ook omdat we een paar dagen eerder, op 4 en 5 mei, allemaal stilgestaan hadden bij de gebeurtenissen in die tijd. Verzuchting: waarom is Goetheer de enige met rhetorische gaven in de raad van Wijdemeren?!

Vervolgens ontspon zich een woordenwisseling tussen Olivier Goetheer en wethouder Joost Boermans. Het ging over de bijdrage die burgers in bepaalde gebieden verplicht zouden moeten betalen voor lozing van het hemelwater op hun eigen perceel. De Nota Klimaatbeleid vond dat het ‘redelijk’ was als de kosten daarvan 0,5% van de WOZ-waarde van het betreffende perceel zouden bedragen. Als men weigerde te betalen, kon er een geldboete van €4100 opgelegd worden. Hieronder een stukje van het debat. Het begon met de vraag wat ‘redelijk’ was.

Goetheer: “Wethouder, klopt het dat in de verordening staat dat ‘redelijk’ tot een half procent van de WOZ-waarde is? Dus met een gemiddelde WOZ-waarde in Wijdemeren van een woning van €435.000, is een redelijk bedrag 0,5% daarvan, dat is dus 2100 à 2200 euro.”
Wethouder Boermans: “Ik vind dat een hele mooie technische vraag. Volgens mij is in het kader van het ‘nieuwe vergaderen’ dit echt een technische vraag. Ik weet echt niet of dit het exacte percentage is, maar een dergelijk percentage staat er wel in. Volgens mij bent u daarover ambtelijk geïnformeerd. Ongetwijfeld zal het percentage dat u noemt, kloppen of in de buurt komen.” (…)
Interruptie van Goetheer: “Ik schrik er een beetje van dat u uw eigen verordening niet kent, want het staat er toch duidelijk in.” (…)
Boermans: (…) “U weet net zo goed als ik dat in het kader van het nieuwe vergaderen dit soort onderwerpen juist naar de technische vragen is gehaald.”

Met de klok mee: burgemeester Crys Larson, wethouder Joost Boermans, Nanne Roosenschoon (D66), Olivier Goetheer (DLP)

Waar het mij nu om gaat is dat wethouder Boermans zich verschool achter een interpretatie van het begrip ‘technische vraag’ die nooit de bedoeling geweest kan zijn. De intentie van Goetheer was duidelijk, en volstrekt normaal in een debat. Hij wilde weten wat de wethouder vond van de hoogte van dit soort aanslagen. Hij had ook kunnen vragen: “Vindt u zelf een aanslag van 2100 à 2200 euro voor een gemiddelde burger niet een beetje veel?” Maar, als lid van de oppositie, bereikte hij door de vraag te stellen zoals hij deed nog iets anders. Hij kon laten zien dat de wethouder zijn eigen verordening niet kende, en niet wist wat de financiële effecten van de maatregel voor burgers zouden zijn. Tegelijk bereikte hij nog iets wat hij waarschijnlijk niet verwacht had. We hoorden en zagen nu allemaal hoe een wethouder zich verschool achter een smoesje van ‘een technische vraag die hier niet hoort’. En we hoorden en zagen allemaal hoe de wethouder zich kennelijk nooit gerealiseerd had welke financiële gevolgen zijn eigen verordening voor burgers kon hebben. De afgang was compleet.

Eén gedachte op “Technische vragen”

  1. De wethouder verschool zich….
    De wethouder kende zijn eigen verordening niet….
    De wethouder wist niet wat de financiële effecten waren….
    De afgang was compleet….
    En korte compilatie van bovenstaand commentaar van de hr Koster.
    Als volger van de Gemeente politiek op afstand (= vooral de persverslagen lezen) bekruipt mij een soort ‘Aha- erlebnis’ :
    dit soort kwalificaties kom ik aanhoudend en iedere keer tegen in steeds weer andere doch vindingrijke bewoordingen.
    Wegen, bouwprojecten, bruggen, asphalteren.. het houdt niet op.
    Wanneer houdt de wethouder eens op?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.