Op het vergaderoverzicht van de gemeente Wijdemeren staan alle bijeenkomsten voor de tweede helft van maart doorgestreept. Ze zijn afgelast. COVID-19 is in ieder geval tijdbesparend, en biedt een mooie gelegenheid om je ergens anders in te verdiepen. Zoals in het zojuist verschenen ‘NATIONAAL RAADSLEDEN ONDERZOEK 2019’, een groot onderzoek naar de tijdsbesteding en werkzaamheden van Nederlandse gemeenteraadsleden in 2019.
Men heeft onder meer onderzocht hoeveel tijd raadsleden aan hun werk besteden, of men tevreden is met de raadsvergoeding (het gemiddelde uurtarief van raadsleden bedraagt €16,81), en wat het gebruikelijke vergadermodel is.
Dat laatste interesseerde me. In Wijdemeren zitten we sinds oktober 2019 vast aan ‘het nieuwe vergaderen’. Eén van de voordelen daarvan zou de tijdbesparing zijn. Er was een hoge vergaderdruk, en vergaderingen duurden langer dan nodig was. Men had, vond men, te weinig tijd voor debatten over onderwerpen die er echt toe doen. Het lijkt er nu echter op dat de tijd die raadsleden aan hun werk besteden, niet minder is. Integendeel.
Vergadermodellen
Het blijkt dat Nederlandse gemeenten vijf verschillende vergadermodellen hanteren: plenair, raadscommissies, agendacommissie, BOB-methode en rondetafelmethode. In Wijdemeren hadden we tot voor kort het raadscommissies-model, met 50% verreweg het meeste gebruikte model in Nederland. Nu zijn we overgegaan op de BOB-methode die in 15% van alle gemeenten gebruikt wordt. Het hierboven genoemde onderzoek heeft cijfers en grafieken over de relatie tussen het vergadermodel en de hoeveelheid tijd die het raadswerk kost. Alle relevante gegevens staan in onderstaande grafiek; interessante informatie voor wie van cijfertjes houdt.

(Figuur 5 in NATIONAAL RAADSLEDEN ONDERZOEK 2019, uitgevoerd door bestuurskundig adviesbureau Daadkracht)
Wijdemeren heeft ruim 24.000 inwoners; we moeten dus kijken naar de cluster 15.001-30.000 inwoners. Bij gebruik van het BOB-model werkt een raadslid 16,0 uur per week, tegenover 15,1 uur bij het model met raadscommissies. Dat is een verhoging van 6%. Een behoorlijk toename.
Pas in juli 2020 wordt het BOB-model geëvalueerd. De eerste indrukken bij de burgerij waren niet positief. De tweede ook niet. Laten we nog maar even een paar maanden wachten met een eindoordeel. Maar dat het ‘nieuwe vergaderen’ tijdbesparend is voor raadsleden, is op basis van deze cijfers niet echt waarschijnlijk.