Verbinding

Ieder tijdgewricht heeft zijn eigen modewoord. Een jaar of twintig geleden was dat netwerken. Of het nu een maatschappelijke of politieke functie was  tot de vereisten van een sollicitant behoorde dat hij een netwerker was.
Zijn adressenboek moest goed gevuld zijn en met een stapeltje visitekaartjes  gewapend, moest hij bij congressen en andere bijeenkomsten proberen de mannen en de vrouwen die er toe doen te spreken te krijgen. Ik zal niet ontkennen dat het wel handig is als men je kent en ook als je de telefoon kunt grijpen om iemand te bellen. Toch heb ik er altijd moeite mee gehad omdat ik vind dat  het slagen van een idee of voorstel niet moet afhangen van de persoonlijke relatie, maar van de kwaliteit van de inhoud ervan.

Het nieuwe modewoord

Het nieuwe modewoord is verbinding. Het is momenteel een groot voordeel als je jezelf een verbinder mag noemen .In het gedicht van Martinus Nijhoff, “De moeder de vrouw” schrijft hij; “Ïk ging naar Bommel om de brug te zien. Ik zag de brug . Twee overeinden die elkaar schenen te vermijden werden weer buren” Dat is de oer betekenis van verbinding.
Een brug noemen we een oeververbinding. Verbinding is dus het overbruggen van tegenstellingen. De poging, niet alleen fysiek zoals een brug, maar ook op persoonlijk terrein, mensen bij elkaar te krijgen, mensen met elkaar samen te laten werken van wie je het niet verwacht. Een ieder gebruikt het begrip. Laatst was Mevr. Kaag in Buitenhof die het woord ongeveer tot haar persoonlijke axioma verklaarde en het klonk ook uit de mond van de Koning tijdens de troonrede.

Verbinding is nodig

We leven in een samenleving die sterk gepolariseerd is. In het maatschappelijk debat gaat het hard er aan toe.  Zelfs in ons parlement is de verruwing van het taalgebruik geen uitzondering meer. Bedreigingen zijn aan de orde van de dag. De uitersten, de ongenuanceerden, voeren in  de discussie de hoofdtoon.  Zowel de tegenstellingen als de problemen zijn groot. In zo’n  situatie is het goed dat er mensen zijn die zeggen dat zij aan zulk een spel niet meedoen. Dat zij juist benadrukken om niet de tegenstelling te zoeken, maar datgene wat ons verbindt. Laat redelijkheid en gezond verstand  het leidend beginsel zijn en niet wantrouwen en emotie.

Hoe ver komen we met verbinding?

We moeten echter niet denken dat we met verbinding alle problemen kunnen oplossen. Het is goed als mensen in de samenleving als in de politiek op verbinding uit zijn. Maar het heeft ook iets van een modewoord en het wordt uitgesproken zonder besef van de consequentie. In de achttiende eeuw voerde men de discussie over de tolerantie. Moest men tegen een ieder tolerant zijn of waren er grenzen? De dichter Justus van Effen schreef in De Hollandsche Spectator: “natuurlijk moet men tolerant zijn naar Katholieken, maar niet naar Jezuïeten.”   Met andere woorden, je moet niet denken dat verbinding help bij extremen. Je lost met verbinding niets op  als het gaat om de stikstofproblematiek en de klimaatmaatregelen. Dan loop je tegen  een onoverbrugbare tegenstelling aan en worden de overzijden geen buren    .

Nochtans, we  hebben mensen die de verbinding met de ander zoeken hard nodig.

Wim Kozijn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.