Voor of tegen

Als zelfs de VVD in Wijdemeren vóór een motie stemt om te komen tot een snellere afhandelingstermijn van Wmo-aanvragen, waarom stemt dan een lokale partij die altijd roept er voor de burgers te zijn, tegen?

Motie 5 bij de begrotingsbehandeling vorige week kwam van het CDA, die het college verzocht te streven naar een snellere afhandeling dan de wettelijke termijn van 8 weken bij Wmo-aanvragen. Voor degene die een Wmo-aanvraag doet, is de zaak meestal urgent; hij/zij heeft die rolstoel of die traplift echt nodig, en heeft hem liever vandaag dan morgen. Nu wordt die termijn vaak overschreden en moeten mensen veel te lang wachten op noodzakelijke hulp. Oorzaken zijn o.a. personeelsproblemen (ziekte, verloop) bij de betrokken afdeling. Daarnaast is men deels afhankelijk van de leveranciers van hulpmiddelen. Aan beide problemen is natuurlijk wat te doen.

Eerder op de avond had de VVD nog gezegd dat men verkorting van die termijn van 8 weken niet zo nodig vond. Vermoedelijk omdat VVD-stemmers over het algemeen geen gebruik hoeven te maken van de Wmo. Uiteindelijk stemde men echter toch vóór, net als de andere fracties, op De Lokale Partij na. Dat laatste verbaasde me en ik vroeg fractievoorzitter Gert Zagt waarom.

Narrigheid, zo lijkt het. DLP vond dat eerst maar eens “de huidige wachttijden z.s.m. de wereld uit moesten. Vervolgens streef je natuurlijk naar zo kort mogelijke wachttijden. Je wilt het altijd beter doen en daar is geen motie voor nodig.” Daar zit weliswaar wat in, maar als het zoals de laatste tijd zó fout gaat, dan hoor je als raad te gaan drammen. En dan hoort iederéén mee te drammen.

Voorts was men nijdig dat een andere motie, nr. 6 van PvdA/GroenLinks, door het college ontraden was. Die motie was getiteld ‘Geen wachttijden Wmo voor onze inwoners’. PvdA/GroenLinks wilde dat er opnieuw gekeken zou worden naar de formatieomvang op de afdeling Wmo. Het voorstel haalde het niet, omdat het CDA samen met Dorpsbelangen en VVD tegenstemden. Eigenlijk begrijp ik ook niet hoe je als college en als fractie vóór motie 5 en tégen motie 6 kan zijn, maar de huidige collegepartijen zijn wel vaker inconsequent.

Hoe dan ook, het gebeurt met regelmaat dat een fractie tegenstemt bij iets waar men eigenlijk vóór is. Dat moet je niet doen. Meestal is het idee ‘om een signaal af te geven’. Dat werkt nooit. Wat telt en wat in de boeken staat, is de uitslag. Net als bij voetbal waar er allerlei redenen kunnen zijn waarom je met 4-0 verliest. Daar kijkt echter niemand meer naar; de uitslag staat. Iets soortgelijks geldt voor politieke partijen. Ooit word je er op afgerekend of je in de gemeenteraad vóór of tegen iets gestemd hebt. Dus laten we nou niet uit narrigheid of uit tactische overwegingen tegen iets stemmen waar we eigenlijk vóór zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.