Oude Tijden Herleven

Gisteren en vandaag staan in de Gooi en Eemlander twee stukken van de hand van Hans van Keken, die bij mij herinneringen opriepen aan de bewoner van de Oude Meentweg die al twintig jaar geleden van zich deed spreken.

Zozeer zelfs dat toenmalig burgemeester Don Bijl opperde om de stapel bewaarschriften uit, over en om de Oude Meentweg onderop de stapel te leggen, want hij werd er begrijpelijk hoorndol van.

Burgemeester Don Bijl

Ik heb het  over het ‘s-Gravelandse oud-VVD raadslid en wethouder ‘t Hoen, die er als geen ander in slaagde om beeldentuin, hekken, paddenpoel en bouwsels in zijn tuin, die in eerste instantie altijd het stempel “illegaal” kregen, na jarenlang veel duwen en trekken en juridische procedures tot aan de Raad van State tegen de buren en de gemeente gelegaliseerd te krijgen. De buren, dat was 20 jaar geleden het echtpaar Six dat procedures aanspande tegen de ongewenste activiteiten, daarin soms gelijk kreeg van de gemeente Wijdemeren, die dan echter meestal na liet om op te treden en zich te houden aan termijnen waarbinnen gereageerd moest worden.

Met als gevolg dat óf de familie Six, óf de familie ‘t Hoen het college nieuwe bezwaarschriften en brieven zond. Die carrousel van procedures, bezwaren, rechtszaken, etc., etc., duurde van voor de eeuwwisseling in 1998 in de gemeente ‘s-Graveland tot april 2011 in Wijdemeren. Dat was het moment waarop de familie Six de grond met bouwvergunning naast het huis van ‘t Hoen, waar ze wilden bouwen, verkochten om van buurman ‘t Hoen en de juridische procedures af te zijn.

Vervlogen tijden

Waarom schiet me dit te binnen? Omdat uit het artikel van Hans van Keken van gisteren blijkt dat de heer ‘t Hoen voor de nieuwe, door Hilversum aangelegde, brug in de Oude Meentweg (die deels in Hilversum en deels in Wijdemeren ligt) een naam had ingediend bij het college van Hilversum. Hij wilde de brug de “Sixbrug” noemen, omdat de grond rondom de nieuwe brug ooit van de familie Six was. Opvallend! Dat is het eufemisme van het jaar dat me te binnen schoot. Ook diende hij de naam “Zanderijbrug” in. Beide namen werden het niet.

Schepers wist de historie

Met name “Sixbrug” mocht niet van wethouder Arno Scheepers, omdat die naam mogelijk enige referentie zou kunnen hebben aan de VOC en het slavernijverleden van ons land. En, zoals wij allen weten, die periode moet met kracht worden uitgewist alsof hij niet bestond. 😳 Dus koos hij wel de naam “Bantambrug”, de naam van het even verderop liggende natuurgebied met buitenplaats.

En Bantam dan?

Hans van Keken ging op onderzoek uit en vond dat Bantam verwijst naar het VOC wingewest Bantam op West Java. Ook vond hij referenties naar de West Indische compagnie met de familie Bicker en suikerplantages in Suriname. Dus, hoezo heeft Bantam geen verbanden met het slavernijverleden? Sterker nog, alle buitenplaatsen langs de Vecht en in ‘s-Graveland zullen, als je gaat onderzoeken, wel iets met de VOC en de slavernijtijd te maken  hebben.

In het tweede artikel van Hans vandaag, een soort rectificatie/wederhoor, laat Frank Scheers, die de naamgevingswedstrijd voor de brug won met de naam “Bantambrug”, weten dat hij het maar gezeur vindt.
En daar ben ik het mee eens.

Of moeten we Schaep en Burgh, Boekesteijn, Gooilust en Trompenburgh, etc. maar buitenplaats 1, 2, 3, 4, etc. noemen om van de historie af te zijn?

Nabrander

Een trouwe lezer zond deze foto op. Het bord is wel heel krakkemikkig met een klemband scheef op de leuning bevestigd. Een haastklus…

3 gedachten op “Oude Tijden Herleven”

  1. We halen geen oude koeien meer uit de sloot, maar met de zaak ’t Hoen heeft de gemeenteraad van destijds een unieke kans voorbij laten gaan om een onderzoek van de rekenkamer of een raads enquête te entameren. De gemeente heeft destijds alles geprobeerd om de dingen die ’t Hoen wilde tegen te houden. Deels uit zorg voor een goede ruimtelijke ordening deels uit afkeer van de persoon van ’t Hoen die naar het gevoel van de gemeente een irritante, volhoudende dwarsligger was. De gemeente heeft alles uit de kast gehaald. Zij dreigde bij kleine overtredingen van het bestemmingsplan met huizenhoge dwangsommen .Een dure en bekende advocaat werd in gehuurd.( de latere burgemeester van Amsterdam Eberhard van der Laan). Een aanbod van ’t Hoen voor bemiddeling, waarvoor hij iemand had gevonden die daartoe bereid was, werd door de gemeente afgeslagen .Het einde van het verhaal is bekend. De gemeente heeft alles verloren.’tHoen is volkomen in het gelijk gesteld en heeft zelfs nog schadevergoeding gekregen. Dit verhaal heeft de gemeente tonnen gekost!
    ’t Hoen heeft zijn lusthof kunnen realiseren met een bijenschans, een paddenpoel, een vleermuizengrot, een beeldentuin en een B&B. Een van de mooiste plekjes van ’s-Graveland en geheel met eigen kracht gerealiseerd.
    Als zoete wraak vroeg hij wnd burgemeester Freek Ossel om destijds de opening van zijn Hof van Eden te doen. Die keek niet om en deed het.

    Wim Kozijn

  2. Er valt best – en mijns inziens geregeld ook veel – begrip op te brengen voor bezwaren tegen sommige ‘besmette’ straat- en andere namen. Maar overdrijven lijkt me niet zo productief. De naam van het (een halve eeuw geleden gesloopte) huis Bantam op de vervolgens ook zo genoemde buitenplaats stamt uit Indonesië. Bantam heet tegenwoordig Banten en is een provincie, in 2000 afgesplitst van de provincie West-Java. In de voornaamste haven van het toenmalige sultanaat Bantam ankerde in 1596 een Nederlandse handelsvloot onder leiding van VOC-opperkoopman Cornelis de Houtman. Het was de eerste plek waar Nederlanders in Indië (die naam is uiteraard van later) voet aan wal zetten. Ja, dat was het begin van een heel vaak heel kwalijke koloniale periode die pas op 27 december 1949 ten einde liep. Maar dat nieuwe bruggetje waarover het hier gaat, is genoemd naar aan naburig landgoed dat weer is vernoemd naar een Javaanse landstreek. Zeker, zonder dat koloniale verleden waren dat huis, dat landgoed, dat bruggetje nooit zo genoemd. Tegelijk is het niet meer dan een geografische vernoeming. Het bruggetje heet naar een landstreek, het is niet de Kapitein Raymond Westerlingbrug genoemd of Luitenant-generaal Jo van Heutzbrug. In die landstreek Bantam/Banten ligt trouwens ook de stad Rangkasbitung, ooit standplaats van bestuursambtenaar Eduard Douwes Dekker, die we beter kennen onder zijn schrijversnaam Multatuli. De Multatuli die op de laatste pagina van zijn ‘Max Havelaar’ (1860) schreef: ,,Er ligt een roofstaat aan de zee, tussen Oostfriesland en de Schelde!”. Multatuli, die op diezelfde pagina aan koning Willem III vroeg of die het wel zo’n goed idee vond ‘dat daarginds Uw meer dan dertig miljoenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in Uwen naam?’ Rangkasbitung herbergt sinds 2018 trouwens een klein maar interessant Multatuli-museum. Mocht u na corona eens in de buurt zijn, op dan naar Banten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.