Gisteren werd bekend dat Wim de Bie (83) overleden is. Dat voelt aan alsof het een familielid betreft dat je vanaf begin jaren zestig veel op bezoek had. Eerst over de radio, later op één van de twee televisienetten die Nederland rijk was.

Het is met enige schroom dat ik dit op Rading Nul publiceer, want mijn medeauteurs vinden dat je nieuws als dit niet op Rading Nul moet zetten. Nu ben ik het daar in het algemeen wel mee eens, tenzij het een gebeurtenis is die je raakt. (Daarvoor heb ik dan ook, in het rijtje beschikbare tags voor berichten, de tag “persoonlijke noot” toegevoegd aan Rading Nul.)
Maar er is méér! In de uitverkoren locaties voor de sketches van Koot en Bie kwam ook de Meenthof in Kortenhoef regelmatig voor. Ook gisteravond in Op1. De twee zussen zussen Koosje en Jet Veenendaal gingen pinnen bij de SNS bank op de Meenthof. (Die al lang weg is.)
Keek op de Week, vaste prik!
Bij alle fragmenten die ik gisteren terug zag, kreeg ik bijna heimwee naar die tijd in de jaren 60 en 70 met Het Gat van Nederland en het Simplisties Verbond. Later, jaren 80 denk ik, kwam daar Keek Op De Week bij. Verplichte kost. Half Nederland bleef thuis om het niet te missen op zondagavond.
Scheurgras!!
Sketches die in je geheugen gegrift zijn. Het scheurgras waarmee de Haagse penoze de moeder van Remco Campert verleidden om haar tuin effe winterklaar te maken. Kees van Kooten die in de oranje Baghwan outfit door het Hilvertshof liep en en passant opmerkte dat een hondje ook erg gestrest was net als zijn baasje. Wat meditatie kon mogelijk verlichting bieden voor hondje en baasje.
En een sketch die in onze familie geland is met “Wo ist der Bahnhof, do ist der Bahnhof!” als wij ergens verdwaald zijn. De broers Gé en Arie Temmes die in de oorlog te jong waren om aan het verzet deel te nemen, maar toch na de oorlog hun deel bijdragen door Duitse toeristen de verkeerde weg te wijzen. Als ze willen weten waar het station is, dan wijzen ze met opzet de verkeerde kant op.
Wo ist der Bahnhof?
Het antwoord van de post-oorlogsverzetsmannen: “Do ist der Bahnhof!”
Wim de Bie en Kees van Kooten hebben zo ontzettend veel aan onze taal bijgedragen en ons jaar in jaar uit een serieuze lachspiegel voorgehouden, die nu door de jonge generatie ontdekt wordt. Want heel veel is tijdloos.
Wim en Kees bedankt.
Beste Rik,
Hierbij nog een anekdote voor je laatste column over Wim de Bie.
In je column schrijf je over Kortenhoef en Wim de Bie. Het is in dit verband wel aardig aandacht te besteden aan de rol van Co de Kloet . Co zei me daar ooit het volgende over: ”Jan Fillekers, van het NCRV programma Farce Majeure gaf een cursus cabaretier. Op een zekere dag kwam hij Co tegen.
Hij zei hem dat hij twee buitengewoon talentvolle jongeren op zijn cursus had, maar dat “die twee beter geschikt waren voor de Vara dan voor de NCRV”. Co nam contact op met de ouders om hen te vragen of zij mee mochten werken aan het Vara-jongerenprogramma “Uitlaat”. Als je het programma opzoekt op Internet staat er duidelijk: Productie Co de Kloet en Wim de Bie. Later werden zij de onvergetelijke Klisjeemannetjes, met de zin, op zijn Haags uitgesproken: “Wat is mijn bal nou?’
Je kunt dus concluderen dat Co de ontdekker van hun talent is geweest.
Dat mag niet onvermeld blijven!
Van mij mag het op Rading 0 Rik. Je hebt mooi weergegeven hoe we genoten hebben van van Kooten en de Bie. De typetjes zijn onsterfelijk geworden en worden regelmatig geciteerd.
Ik mocht nog wel eens Prof. Dr. Ir. P Akkermans citeren met “ik wordt genoemd”.
Het is verdrietig dat Wim de Bie er niet meer is maar zijn bijdrage aan satire in Nederland blijven bestaan.
Het kan je spellingchecker geweest zijn, maar het is toch echt Simplisties Verbond…..
Dank. Je hebt natuurlijk gelijk.
Ken uw klassieken!
Ik kan me verschuilen achter de spellingchecker, maar ik vrees dat ik zelf het neologisme “simplisties” verrommelde tot “simplistisch”.