Het aantal inwoners van Wijdemeren dat een woning zoekt, is vorig jaar met maar liefst 11 procent gestegen naar 908. Dat blijkt uit enkele gegevens die wethouder Stan Poels (PvdA/GroenLinks) deze week voorschotelde aan de gemeenteraad.
Het CDA en de ChristenUnie hadden voor de raadsvergadering van afgelopen dinsdag een motie gemaakt waarin ze het nieuwe college vroegen met harde cijfers te komen over het aantal woningzoekenden in Wijdemeren en over de sectoren waarin die mensen dan zoeken: sociaal, middelduur, duur. De twee fracties willen die gegevens voor oktober hebben omdat, zo stelden ze, de discussie niet moet gaan over wat nu de echte cijfers zijn, maar over de Wijdemeerse bijdrage aan de oplossing van het probleem.
Gesteggel
De afgelopen periode was er inderdaad geregeld gesteggel over de vraag om hoeveel woningzoekenden het nu eigenlijk gaat in Wijdemeren: wel duizend, zoals sommigen zeggen, of misschien ‘maar’ de helft, naar anderen beweren?
Dat er erg veel animo is voor woonruimte werd bijvoorbeeld duidelijk toen de inmiddels gerealiseerde 16 tiny houses op de voormalige gemeentewerf in Nieuw-Loodrecht in de aanbieding gingen. Er meldden zich 885 gegadigden, van wie zo’n 440 uit de Wijdemeerse dorpen. Over het aantal Wijdemeerse woningzoekenden zei dat overigens nog niet zo heel veel. Het zou in elk geval te kort door de bocht zijn te concluderen dat dat er, gezien genoemd getal van rond 440, tussen de 400 en 500 zijn.
Twee harde cijfers
Uit wat Poels de raad deze week vertelde, bleek dat ook wel. De kakelverse wethouder kon nog niet aangeven hoe de vraag naar woonruimte is verdeeld over de categorieën sociaal, middelduur en duur (dat komt later dit jaar), maar hij noemde wel twee harde cijfers. In 2020 telde Wijdemeren 818 woningzoekenden, in 2021 waren het er 908 (cijfers over dit jaar zijn er nog niet). Dat betekent dus in een jaar tijd een toename met 90 woningzoekenden ofwel een groei met 11 procent. Die toename mag best pittig worden genoemd.
Het wachten is even tot Poels wat uitgebreider gegevens levert, maar het gekissebis over het aantal woningzoekenden kan nu in elk geval worden beëindigd: in 2021 liefst 908 – dat ligt helaas niet zo heel ver af van het eerder genoemde ronde getal duizend.
Woningnood verminderen
Dat het probleem (ook) in Wijdemeren groot is, is dus wel duidelijk. Nu eens zien welke woningbouwplannen in de net begonnen raadsperiode kunnen worden gemaakt en gerealiseerd. Want daarin hadden de indieners van de eenstemmig aangenomen motie natuurlijk gelijk: het gaat erom dat (ook) in Wijdemeren hard wordt gewerkt aan het zo snel mogelijk verminderen van de woningnood.
Ter aanvulling: oudere woningzoekenden schrijven zich niet in op WoningNet. Die wachten op een Collectief particulier opdrachtgeverschap CPO om samen met hun toekomstige buren het huis(je) van hun dromen te laten bouwen onder eigen regie. Waarom gebeurt dat nergens?
Overigens, waar blijft de uitslag van het laatste MRA onderzoek? In september meldde toenmalig wethouder van Rijn aan Wij Willen Wonen Wijdemeren dat dat in november zou komen, inclusief onderverdeling naar categorieën. Die avond beëindigde WWWW haar acties, omdat zij bang was “voor een nieuwe politieke partij en daar niet aan mee wenste te werken”.
Zonder inzicht in de definitie van woningzoekende zeggen deze cijfers niet zoveel. Wellicht kan Rading-0 een poging doen daar een keer duidelijkheid over verschaffen. Ben je woningzoekende als je je bij Woningnet hebt ingeschreven? Of wanneer je als ingeschrevene een keer gereageerd hebt op een beschikbare woning? Wat zegt het over de huidige woonsituatie van de woningzoekenden? Ik weet het niet. Maar ik denk niet dat alle woningzoekenden nu geen woning hebben.
Daarnaast moet goed uitgezocht worden aan welk type woning de zoekenden behoefte hebben. En dat moet vertaald worden naar de bouwplannen. Waarbij aangetekend moet worden dat er in onze gemeente niet heel veel mogelijkheden tot (nieuw)bouw middels uitbreiding zijn. Dat is jammer, maar wel een gegeven.
De Regionale Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2019, en dat is de recentste, geeft als definitie van een woningzoekende: ‘Huishouden dat in het inschrijfsysteem is ingeschreven’. Dat inschrijfsysteem is inderdaad Woningnet. Verder komt in beleidsstukken wel het onderscheid voor tussen ‘woningzoekende’ zonder meer en ‘actief woningzoekende’, iemand die op aanbiedingen reageert. De veronderstelling ‘ik denk niet dat alle woningzoekenden nu geen woning hebben’ is juist. Dan komen we immers al snel bij de categorie daklozen. Wel gaat het om bijvoorbeeld starters die nog bij hun ouders thuis wonen maar een zelfstandig onderkomen zoeken, of om starters die hun studentenkamer na hun afstuderen achter zich willen laten, of om senioren die betaalbaar kleiner (en vaak gelijkvloers) willen gaan wonen. Voor de volledigheid: ook iemand in een koopwoning van negen ton die graag een stulpje van anderhalf miljoen zou betrekken (of omgekeerd) zoekt natuurlijk een woning, maar over deze categorie gaat het in het bovenstaande uiteraard niet.
De woningwet moet ook op de schop. Nu gaan de woningen die vrij komen naar mensen van buiten wijdemeren.