De subsidie voor GooiTV moet niet meer via de gemeente Wijdemeren naar de lokale tv-zender, maar dat moet gaan lopen via de mediabegroting van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dat stellen twee belangrijke adviesorganisaties.
De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) en de Raad voor Cultuur (RvC) hebben hun advies uitgebracht aan demissionair minister Arie Slob (Media), zo meldt het blad Binnenlands Bestuur. In dat advies gaat het natuurlijk niet specifiek over Wijdemeren en GooiTV, het advies gaat over alle lokale publieke omroepen en alle gemeenten in Nederland. Maar het betreft daarmee wel degelijk ook Wijdemeren en GooiTV.
Ongezond
De adviesraden vinden het een ongezonde situatie dat gemeenten (met geld overigens dat ze krijgen vanuit het Gemeentefonds) de lokale publieke omroepen subsidiëren die over diezelfde gemeenten berichten en die diezelfde gemeenten dus kritisch moeten volgen. Tegen Binnenlands Bestuur zegt RvC-voorzitter Marije van Hees het zo: ,,Met de ene hand het geld geven, maar dat met de andere terugtrekken als zo’n omroep lastig is.’’ Dat laatste, geld voor GooiTV terugtrekken, heeft zich in Wijdemeren overigens niet voorgedaan.
Ik denk dat de adviesraden een punt hebben. Het is ongezond als een medium, in dit geval een lokale omroep, wordt betaald door dezelfde instantie die door dat medium geacht wordt te worden gevolgd en gecontroleerd. Het kan er inderdaad in beginsel toe leiden dat een in de ogen van een gemeente wat al te kritische lokale omroep wordt afgestraft met behulp van de geldkraan. Ook is het trouwens denkbaar dat een lokale omroep zich al op eigen initiatief gedeisd houdt om geen moeilijkheden uit te lokken.
Kijk- en luistergeld
Een oplossing kan inderdaad zijn de subsidie voor lokale omroepen weg te halen bij de gemeenten en voortaan te laten lopen via de mediabegroting van de minister. Terzijde merk ik op dat een nog veel betere oplossing – ook en wellicht vooral voor de landelijke publieke omroep – zou zijn: herinvoering van het kijk- en luistergeld. Burgers betalen dat gewoon die belasting, die zonder meer wordt doorgesluisd maar de publieke omroep. De publieke omroep is dan niet meer zo afhankelijk als nu van politieke nukken in de Tweede Kamer. Maar dat terzijde.
Gaat het bij lokale publieke omroepen eigenlijk om veel geld? Nou nee, beslist niet. Op de website van Wijdemeren is het laatste hiervoor relevante stuk de ‘Najaarsrapportage 2019’. Daarin staat dat in 2019 aan Stichting Plumego/GooiTV 14.600 euro is betaald uit de gemeentekas. Heel klein bier dus.
Het (landelijke) uitgangspunt is momenteel dat voor lokale publieke omroepen per huishouden 1,38 euro per jaar wordt uitgetrokken. Volgens de twee adviesraden moet dat worden verhoogd naar 2 euro, zodat de subsidiepot landelijk uitkomt op 31,5 miljoen euro. De adviesraden vinden dat volgens Binnenlands Bestuur een ‘solide financiële basis’. Het is dan overigens nog steeds veel minder dan de subsidie die voor regionale publieke omroepen beschikbaar is. Ter vergelijking: in 2019 ging 10 miljoen euro naar de lokale publieke omroepen en 145 miljoen naar hun regionale collega’s.
Geen vooruitgang
Dat ik in 2019 uitkom, is niet toevallig. Het nieuwste advies aan minister Slob is nog niet te vinden op de websites van ROB en RvC, maar hun eerdere advies uit september 2019 wel. En kijk nu toch eens wat ook toen al een van hun punten was: ,,De raden stellen voor om het geld via de mediabegroting van het ministerie van OCW direct aan lokale omroepen te geven’’. In de afgelopen twee jaar is dus nog geen streep vooruitgang geboekt.
Ook de argumentatie die de twee raden in 2019 aanvoerden, lijkt als twee druppels water op wat ze nu opmerken. Ook twee jaar geleden al viel te lezen: ,,De wijze van financiering zorgt ervoor dat lokale omroepen financieel afhankelijk zijn van de gemeenten waarover zij moeten berichten en die zij vanuit hun journalistieke opdracht moeten controleren.’’

In hun toelichting stelden de adviesraden het in 2019 nog iets scherper: ,,Vele streek- en lokale omroepen draaien dan ook (door de kleine budgetten, red.) goeddeels op vrijwilligers. Dat is positief te waarderen vanuit de gedachte van de participatiesamenleving, maar werkt amateurisme in de hand en brengt de continuïteit van omroepen in gevaar.’’
Zo ontstaat dus het beeld van zwak gefinancierde lokale omroepen die met goedbedoeld amateurisme vast niet al te kritisch over gemeenten berichten en die, als ze onverhoopt wel kritisch zijn, kunnen rekenen op straf in de vorm van verlaging of zelfs stopzetting van de subsidie. Geen vrolijk beeld.
Vrij braaf
In Wijdemeren loopt het zo’n vaart gelukkig niet. Van verlagen of intrekken van de subsidie voor GooiTV is hier geen sprake. Persoonlijk denk ik dat daarvoor ook geen aanleiding is, alleen al omdat de mensen van GooiTV zonder de geringste twijfel hun best doen, maar journalistiek wel vrij braaf zijn.
De hierboven beschreven afhankelijkheid van lokale omroepen van gemeentebesturen geldt, zeker in kleinere gemeenten, ook voor lokale bladen. Als die bladen de wettelijk verplichte gemeentelijke publicaties in hun blad opnemen, betaalt de gemeente daarvoor een behoorlijk bedrag. Dat kan de uitgever van die bladen er toe bewegen om al te kritische stukken over het gemeentebestuur achterwege te laten. Zeker als er, wat ook voorkomt, druk vanuit een gemeente wordt uitgeoefend.
In Wijdemeren kwam dat de afgelopen 17-18 jaar niet voor, voor zover ik weet. Kort na de herindeling wel. De gemeente ging toen in zee met de Gooi en Eembode, die op verzoek een schutblad “Wijdemeren Journaal” maakte. De Brug (NdB), WieWatWaar (‘s-Gr) en de Nieuwsster (Ldr) raakten de gemeentepagina’s kwijt, wat een zware financiële klap betekende. Ook in die periode, toen de pagina’s later weer terug waren en het Wijdemeren Journaal gestopt, werd er vanuit het gemeentehuis wel eens met enige dreiging een telefoontje gepleegd over onwelgevallige publicaties. En dat kon vanwege de afhankelijkheid.
Daarom vroeg ik nooit subsidie aan voor de Wijdemeerse Webkrant. “Vrij Onverveerd”, om in mijn familietraditie te blijven.