Heeft een Wijdemeerse woningeigenaar het met de gemeente aan de stok over de waardebepaling van zijn woning, dan kan hij naar de Rechtbank Midden-Nederland stappen. Wint de burger, dan kan de rechter de gemeente ertoe veroordelen de woningeigenaar een vergoeding te betalen voor de kosten die deze heeft gemaakt voor rechtsbijstand. De Rechtbank Midden-Nederland heeft echter besloten die vergoedingen vanaf nu fors lager vast te stellen. Wordt de Wijdemeerse burger dus financieel benadeeld?
Rechtspraak.nl meldde op maandag 4 september dat de rechtbank in Utrecht die dag twee boeiende uitspraken had gedaan in zaken over de waardebepaling van woningen op grond van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Die WOZ-waardering is van belang omdat op grond daarvan de hoogte wordt bepaald van onder meer de onroerendezaakbelasting (ozb).
Adder
In beide gevallen wonnen de woningeigenaren: de gemeente moest de woningwaarde verlagen. Ook moest de gemeente de eigenaren een vergoeding betalen voor de kosten die ze hadden gemaakt voor rechtsbijstand (inschakeling van een advocaat). Maar daar zat een adder onder het gras.
De rechtbank liet weten in deze zaken en alle volgende veel lagere vergoedingen aan de procederende burgers toe te kennen dan tot nu toe gebruikelijk. Verder was in één zaak was de maximale beslistermijn van twee jaar overschreden. Dat was te wijten aan de rechtbank, dus moest de staat de burger schadevergoeding betalen. Ook die stelde de rechtbank op een veel lager bedrag dan tot nu toe gebruikelijk.
Wijdemeren en verre omtrek
Het betrof WOZ-zaken in de gemeente Utrecht, maar de twee recente uitspraken treffen voortaan ook woningeigenaren in Wijdemeren, want ook zij wonen in het rechtbankarrondissement Midden-Nederland. Datzelfde geldt trouwens voor burgers in pakweg Hilversum, Bussum en Vreeland. Omdat ik vermoed dat regionale media hiervan geen melding gaan maken, tik ik het hier maar voor u op.
De hamvraag is of de rechtbank in Utrecht woningeigenaren in deze regio financieel een hak zet door op eigen initiatief af te wijken van de aanpak van hogere rechtsinstanties: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Op het eerste gezicht lijkt de burger inderdaad financieel te worden benadeeld. Immers, de woningeigenaar die van de rechter gelijk krijgt in een WOZ-geschil met de gemeente krijgt voortaan veel minder vergoeding voor de rechtsbijstandskosten die hij heeft moeten maken.
Serieus geld

Uit het bericht van rechtspraak.nl blijkt dat het om serieus geld gaat. In de oude situatie, lezen we, bedroeg de vergoeding bij een door de burger gewonnen WOZ-zaak in de regel 2.266 euro. In de nieuwe situatie gaat dat omlaag naar 1.133 euro, slechts de helft dus. En het kan zelfs zakken naar nog maar een kwart van het oude bedrag: 566,50 euro.
De schadevergoeding als de rechtbank de ‘redelijke termijn’ van twee jaar voor de totale procedure (inclusief het eerste deel bij de gemeente) overschrijdt, gaat nog veel verder omlaag. Hierbij gaat het om een vergoeding voor immateriële schade die de burger lijdt door ‘spanning en frustratie’. Gangbaar was tot nu toe een vergoeding van 500 euro per half jaar overschrijding. Drie Utrechtse rechters bepaalden op 4 september dat dat voortaan in WOZ-zaken wordt verlaagd naar nog maar 50 euro.
Het hakt erin
Eerst maar eens dat laatste, die schadevergoeding. Volgens de rechtbank in Utrecht scheelt het nogal wat voor zaak het betreft bij de overschrijding van de termijn. Al op 21 december 2022 vond de Utrechtse rechtbank dat het voor immateriële schade nogal uitmaakt om wat voor zaak het gaat. Een zaak over iemands verblijfsrecht in Nederland of iemands recht op een sociale uitkering hakt er voor burgers veel harder in dan een WOZ-zaak, aldus de rechters toen. Dus moet niet voor alle zaken die 500 euro per half jaar tijdsoverschrijding gelden, vond de rechtbank, zonder toen al nieuwe bedragen te noemen.
Nu is dat wél concreet gemaakt. In WOZ-zaken vindt de Utrechtse rechtbank een schadevergoeding van 50 euro per half jaar overschrijding wel genoeg. Eerder stelden de rechtbanken Zeeland/West-Brabant, Rotterdam, Noord-Holland en Amsterdam zich trouwens al op dat standpunt.
Daarvoor valt inderdaad wel iets te zeggen. Het maakt nogal uit of je je sociale uitkering of je verblijfsrecht in Nederland dreigt kwijt te raken of dat je hoopt een overzichtelijk bedrag aan ozb minder te hoeven betalen. In dat laatste geval zal tijdoverschrijding voor heel wat minder ‘spanning en frustratie’ zorgen.
Argumenten
En dan de hoofdzaak: de forse verlaging van de onkostenvergoeding voor ingehuurde rechtsbijstand in een WOZ-zaak. Op het eerste gezicht lijkt de winnende burger voortaan voor ruwweg duizend tot 1.500 euro te worden gepakt. Dus is de vraag: welke argumenten heeft de Rechtbank Midden-Nederland om die stap als eerste in Nederland te zetten?
Kort samengevat is de redenering deze: het werk dat advocaten in WOZ-zaken steken, rechtvaardigt helemaal niet de onkostenvergoeding die tot nu toe meestal wordt toegekend: 2.266 euro.
Die vergoeding is gebaseerd op het gemiddelde van alle bestuursrechtelijke zaken die aan rechters worden voorgelegd. Die gaan over onder meer vreemdelingenrecht, sociale zekerheid, subsidies en ja, het betreft ook WOZ-zaken. Maar een WOZ-zaak, zegt de Utrechtse rechtbank, is een stuk minder zwaarwegend en gecompliceerd dan zaken over sociale zekerheid en vreemdelingenrecht. Ofwel: aan ‘reguliere’ WOZ-zaken hebben advocaten een stuk minder werk, dus is het redelijk daarvoor ook een lagere (de helft slechts) onkostenvergoeding toe te wijzen aan de procederende burger. En dat geldt helemaal als advocaten in WOZ-zaken een ‘gestandaardiseerde werkwijze’ hanteren – zeg maar: (vrijwel) hetzelfde pleidooi uit de printer laten rollen als in eerder zaken. In dat laatste geval zal de Utrechtse rechtbank daarom nog maar een kwart van de oude onkostenvergoeding toewijzen.
Planning rechtbank
Dat klinkt allemaal niet onredelijk. De rechtbank voegt er in een van de uitspraken trouwens nog een verhelderende zin aan toe: ,,Dat WOZ-zaken over woningen van minder gewicht zijn komt ook tot uitdrukking in de bestaande zittingsplanning van de rechtbank, waarbij op een reguliere zitting van een halve dag zeven WOZ-zaken worden behandeld, tegenover drie reguliere bestuursrechtelijke zaken’’.
Al met al lijkt het er dus sterk op dat de rechtbank met de nieuwe uitgangspunten voor (veel) lagere onkostenvergoedingen voor rechtsbijstand wel een houtsnijdend verhaal heeft (tenzij advocaten zouden kunnen aantonen dat de berekeningen niet kloppen).
Rekeningen advocaten
Het lijkt er ook sterk op dat de rechtbank niet de bedoeling heeft de procederende burger financieel te benadelen, maar in feite zegt: als advocaten in WOZ-zaken over woningen voortaan rekeningen schrijven die in overeenstemming zijn met het (beperkte) werk dat ze aan die zaken hebben, dan komt niemand tekort. Dan kan de overheid per WOZ-zaak duizend tot 1.500 euro door burgers betaald belastinggeld uitsparen om in andere dingen te steken.
Voor wie de twee uitspraken van de rechtbank zelf wil lezen: zie hier en hier.