Liefst 66 amendementen en 49 moties, in totaal dus 115 meningen en ideeën, kwamen het afgelopen politieke jaar voorbij in de Wijdemeerse gemeenteraad. De Lokale Partij (DLP) kwam op afstand met de meeste voorstellen, DorpsBelangen (DB) was met moties en amendementen verreweg het succesvolst. Dat blijkt uit een inventarisatie voor Rading Nul.

,,Er zijn leugens, grote leugens en statistieken’’, aldus een aan de Britse politiek ontleende ‘wijsheid’. Jammer is overigens dat niemand met zekerheid kan zeggen van wie deze ‘wisecrack’ afkomstig is. Bovendien moet die uitspraak met een paar lepels zout worden genomen. Wel is het bij statistieken natuurlijk altijd zaak de cijfertjes nauwkeurig te interpreteren. En ja, dan nog is discussie mogelijk.
Neem de gemeenteraad van Wijdemeren. In de inleiding van dit stuk staat dat DLP op afstand de meeste voorstellen aan de raad voorlegde, terwijl DB met amendementen en moties verreweg het succesvolst was, dat wil zeggen procentueel het vaakst een meerderheid van de raad achter zich kreeg en dus kon scoren.
Vreesachtig
Maar met dezelfde cijfers in de hand kan ook iets anders worden gezegd. Bijvoorbeeld: DLP leed afgelopen jaar de meeste nederlagen. Of: DB leed vergeleken met de andere fracties aan ideeën-armoede. Weer een andere benadering: DLP kwam onverbloemd voor zijn mening uit, DB was vreesachtig en zette pas in als succes tevoren zeker leek.
Voor we overgaan tot de harde cijfers per fractie eerst een paar opmerkingen over de manier waarop is geteld plus enkele kanttekeningen om de boel wat in perspectief te zetten. Bij alle moties en amendementen is gekeken welke fractie of fracties die hebben ingediend. Tellen we alle (mede)indieners bij elkaar op, dan komen we voor het nu net afgelopen politieke jaar in Wijdemeren tot 221. Terwijl het ‘maar’ om 115 moties en amendementen ging. Dat is niet zo gek. Dient één partij een motie in, dan is er één motie en één indiener. Maar – het andere uiterste – wordt één amendement ingediend door alle zes fracties in de gemeenteraad, dan is er één amendement en zijn er zes indieners.
Iets meer dan de helft van de moties en amendementen werd door twee of meer fracties ingediend: 60 stuks. In 55 gevallen kwam slechts één partij met een motie of amendement (DLP 26 keer, het CDA 14 keer, PvdA/GroenLinks 6 keer, de VVD 4 keer, DB 3 keer en D66 2 keer).
Daarbij moet nog iets worden aangetekend over de drie moties vreemd aan de orde van de dag die vorige week donderdag ter sprake kwamen. Daarover is niet gestemd, het college mocht ze van burgemeester Crys Larson niet overnemen (dat kan volgens haar namelijk niet), maar wel was duidelijk dat het college met alle drie de moties aan de slag gaat. Daarom zijn ze voor dit overzicht toch meegeteld in de categorie ‘aangenomen’ (de andere categorie is uiteraard ‘verworpen’).
Achterover leunen
Verder is het van belang of een partij behoort tot de coalitie (DB, CDA, VVD, D66) of tot de oppositie (DLP, PvdA/GroenLinks). De coalitiepartijen hebben na de verkiezingen van 2018 een akkoord gesloten over de dingen die ze gerealiseerd willen zien. Aan hun wethouders de taak te zorgen dat die afspraken in de vorm van concrete voorstellen aan de raad worden voorgelegd. Gechargeerd gezegd kunnen coalitiepartijen dus achterover leunen en in vertrouwen afwachten waarmee hun wethouders komen.
In dat licht bezien valt op dat het CDA (coalitie) na DLP (oppositie) het productiefst was als (mede)indiener van moties en amendementen. DLP gaat aan kop met liefst 64 keer, maar het CDA reikt tot de tweede plek met 42 keer. De christendemocraten hebben dus meer gedaan dan alleen afwachten waarmee het college zou komen. Verder staat coalitiepartij D66 met 37 keer (mede)indienen op gelijke hoogte met oppositiefractie PvdA/GroenLinks (ook 37 keer).
Bijbuigen en aanvullen
Kijken we nu naar de oppositie. Die moet met moties en amendementen komen op te proberen de koers van de coalitie/het college bij te buigen of aan te vullen. De natuurlijke neiging van de oppositie zal dus zijn met meer initiatieven te komen dan de coalitie.
Daarnaast kan het zijn dat een partij met een motie of amendement komt om een politiek signaal af te geven, ongeacht de vraag of daarvoor een meerderheid in de raad haalbaar is. Die neiging zal met name bij de oppositie bestaan. Neem de motie ‘Snel naar Haarlem’, waarin PvdA/GroenLinks op 10 juni bepleitte als de wiedeweerga met de Noord-Hollandse commissaris van de koning te gaan praten over gemeentelijke herindeling (fusie). Dat was een kansloze motie en dat wist PvdA/GroenLinks heel goed. Maar de fractie wilde kennelijk nog eens onderstrepen dat naar haar stellige overtuiging Wijdemeerse zelfstandigheid onhoudbaar is en fusie (met Hilversum) bittere noodzaak.
Per fractie
Maar nu dan de cijfers per fractie, waarbij de percentages op hele procenten zijn afgerond. Aan het begin van dit stuk zijn daaruit al enkele conclusies getrokken, maar onderstaande gegevens bieden lezers van Rading Nul de gelegenheid desgewenst hun eigen conclusies te trekken.
DorpsBelangen was 18 keer – het minst vaak van alle fracties – (mede)indiener van een amendement of motie. Van die 18 werden er 17 aangenomen en 1 verworpen. DB was daarmee in 94 procent van de gevallen succesvol – en daarmee effectiever dan alle andere fracties. Niet in Tokio, maar wel in Wijdemeren is dat goed voor goud.
Het CDA was 42 keer (mede)indiener van een voorstel. Daarvan haalden er 37 de eindstreep en 5 niet. Dus in 88 procent van de gevallen trokken de christendemocraten aan het langste eind. Een zilveren prestatie.
De VVD was 24 keer (mede)indiener. De liberalen schoten daarmee 19 keer raak en 5 keer niet. Score: 79 procent. Bronzen plak.
D66 liet zich 37 keer noteren als (mede)indiener. Dat verliep 27 keer succesvol en 10 keer niet. Score: 75 procent.
PvdA/GroenLinks was 37 keer (mede)indiener. In 20 gevallen kreeg de fractie haar zin, 17 keer niet. Score: 54 procent.
De Lokale Partij werd 64 keer ingeboekt als (mede)indiener. De fractie was daarmee 34 keer succesvol, 30 keer niet. Score: 53 procent.
Coalitiefracties boeken dus vaker succes dan oppositiepartijen. Dat is niet zo gek. Als de coalitie tot (vaak niet onlogische) onderlinge steun besluit, is het pleit snel beslecht. Toch dolven ook coalitiepartijen nu en dan het onderspit. De coalitie is dus niet per se een monolithisch blok.
Goed idee = goed idee
Opposanten De Lokale Partij en PvdA/GroenLinks – samen per definitie in de minderheid – kwamen logischerwijs veel minder vaak zegevierend uit de strijd. Toch zagen die twee fracties dat ietsje meer dan de helft van hun (mede)ingediende moties en amendementen werd aangenomen. Dat komt doordat men in de Wijdemeerse politieke arena elkaar over de scheidslijn coalitie/oppositie soms de hand reikt. Gewoon omdat een goed idee dan wordt beschouwd als een goed idee, ongeacht van wie het afkomstig is.