Drie verdachten in BSWW-zaak nog steeds niet voor rechter gebracht

Die rechtszaak tegen drie ambtenaren in verband met de Belastingsamenwerking Stichtse Vecht, Weesp, Wijdemeren (BSWW) – waarom hebben we daarover na augustus 2019 nooit meer iets vernomen? Die vraag schoot me laatst te binnen. Ik had geen idee en ook de kompanen van het Rading Nul-clubje niet. Wat blijkt nu? De drie van sjoemelen met documenten verdachte ambtenaren zijn nog steeds niet voor de rechter gebracht. Wanneer dat wel gebeurt, kan het Openbaar Ministerie nog niet zeggen.

Hoe zat het ook alweer? De BSWW bleek geen succes en de drie gemeenten zijn ermee gestopt. Wijdemeren heeft vervolgens de belastingtaken (denk aan de WOZ-waardering van panden en het opleggen en innen van de onroerendezaakbelasting) ondergebracht bij de gemeente Hilversum.

Foutenfestival
Ossel en Bossert bij de presentatie van het eerste BSWW-onderzoeksrapport. (Foto Wijdemeerse Webkrant)

Maar voor het zover was, heeft het BSWW-bestuur (de drie burgemeesters – destijds Freek Ossel, Bas Jan van Bochove en Marc Witteman) opdracht gegeven aan prof. dr. Hans Bossert om het reilen en zeilen van de BSWW onder de loep te nemen. Dat leverde op 25 augustus 2017 het rapport ‘Governance en functioneren van de BSWW’ op. Mijn ultrakorte samenvatting van dat rapport: de BSWW is één groot foutenfestival geweest.

Een heikel maar destijds nog niet opgehelderd punt was dat er in de aanloop naar de oprichting van de BSWW drie versies waren van een bedrijfsplan voor de nieuwe belastingclub. Die versies weken nogal van elkaar af.

De eerste (ambtelijke) versie (februari 2015) had adviesbureau ANG opgesteld. Daarin stond geen totaalbegroting voor de op te richten belastingorganisatie, maar wel dat de gemeenten het geld dat ze erin moesten stoppen in 2,4 jaar konden terugverdienen. Ook werd een post transitie- en organisatiekosten opgevoerd van 731.000 euro.

De tweede (bestuurlijke) versie leverde ANG in maart 2015. Daarin worden geen transitiekosten vermeld en ook geen terugverdientijd. Eveneens in maart kwam er een college- en raadsvoorstel, zeg maar versie drie. Daarin werd een terugverdientijd genoemd van 1,3 jaar, maar dat gegeven is in de ANG-stukken nergens te vinden. De drie gemeenteraden gingen akkoord met oprichting van de BSWW.

Die drie versies van het bedrijfsplan riepen in augustus 2017 ernstige vragen op, die onderzoeker Bossert niet kon beantwoorden. Het BSWW-bestuur (de burgemeesters) vroegen hem daarom vervolgonderzoek te doen. Hoe kon het de drie versies zo verschilden? En waarom? En wie had(den) daarin de hand gehad?

Rijksrecherche

Op 3 december 2017 kwam Bossert met zijn rapportage ‘Vervolgonderzoek. Bestuurlijke afwikkeling Bedrijfsplan ANG’. Driekwart jaar bleef dat rapport geheim. Van de inhoud waren de burgemeesters kennelijk geschrokken, want nog in december 2017 namen ze contact op met het Openbaar Ministerie en vroegen ze de rijksrecherche om een nader onderzoek.

Logo van de rijksrecherche.

Op grond van wat destijds openbaar was, viel al wel te concluderen dat er tussen de versies twee en drie iets lelijk moet zijn misgegaan. Bosserts tweede onderzoeksrapport bevestigt dat.

Ziehier Bosserts opsomming. Versie 1 van het bedrijfsplan (de ambtelijke versie) is opgesteld door adviesbureau ANG. De stuurgroep van drie ambtenaren die de oprichting van de BSWW voorbereidde, vond de opgevoerde ‘frictie- en projectkosten’ te hoog en verlaagde die, waardoor automatisch de terugverdientijd korter werd. Zo werd het BSWW-plaatje dus mooier. ANG werd gevraagd een volgende (bestuurlijke) versie van het bedrijfsplan op te stellen. Het bureau zag geen reden zijn rapportage aan te passen, maar leverde wel de bestuurlijke samenvatting (versie 2, dus de versie  waarin transitiekosten en terugverdientijd niet werden genoemd). Deze versie is in het verdere besluitvormingsproces trouwens niet gebruikt.

Diep wantrouwen

Daarna gebeurden dingen die diep wantrouwen wekken. Zo kwam er het college- en raadsvoorstel plus bijlage. In dat voorstel werd ineens een terugverdientijd genoemd van 1,3 jaar – wat in de ANG-stukken nergens voorkomt en ook korter is dan de 2,4 jaar die ANG had berekend. De bijlage ‘raadsversie rapport ANG’ vermeldt geen auteursnamen, maar bevat wel het ANG-logo en hetzelfde kenmerk (een combinaties van cijfers en letters) als de ambtelijke versie van het ANG-rapport. Er is echter één belangrijk verschil met het oorspronkelijke ANG-stuk: de kostenpost van 731.000 euro is in de bijlage  geschrapt en de terugverdientijd van 2,4 jaar ook. Daardoor leek het alsof het raadsvoorstel geheel in lijn was met wat ANG had gerapporteerd. Maar dat was niet zo.

Klip en klaar stelt Bossert vast dat de ambtelijke ANG-versie zonder toestemming en zonder medeweten van ANG is veranderd. Zo ontstond dus de versie (inclusief de bijlage) die uiteindelijk ter besluitvorming is voorgelegd aan de drie colleges en de drie gemeenteraden. Die veranderingen zijn aangebracht op ambtelijk niveau, aldus Bossert.

Niet-integer handelen

Al met al hebben de college en raden tot oprichting van de BSWW besloten op basis van ‘informatievoorziening (die) niet juist (is) geweest’, aldus Bossert. De besluitvorming kan daardoor zijn beïnvloed, stelt hij. Dat ambtelijke geknoei in de stukken noemt de onderzoeker ‘een vorm van niet-integer handelen’ – een zware aantijging.

Bossert zet ook op een rijtje langs wie de informatie allemaal is gegaan. Dat begint bij bureau ANG. Vervolgens de stuurgroep van drie ambtenaren. Daarna was de voorbereidingsgroep aan de beurt, bestaande uit de drie gemeentesecretarissen. Voorts de programmadirecteur. En aan het eind van de rit de colleges en de raden. Uit de opsomming van gevonden feiten blijkt dat de stuurgroep van drie ambtenaren de rotte appel in de mand is.

Boeiend in dat verband zijn twee bevindingen die Bossert onmiddellijk op elkaar laat volgen:

,,De ambtelijke versie van het ANG-rapport is op ambtelijk niveau veranderd zonder medeweten of toestemming van ANG.’’

,,De leden (of adviseurs) van de ambtelijke stuurgroep kunnen dat niet plaatsen, noch aangeven hoe dit plaats heeft kunnen vinden.’’

Alsof je Pinokkio aanhoort en zijn houten neus steeds langer ziet worden. Of laten we het bij een veel recenter en echter voorbeeld houden: alsof je Mark ‘geen herinnering’ Rutte hoort over ‘Pieter Omtzigt, functie elders’.

Rechtbank

Gezien de hoogst verontrustende bevindingen van Bossert was het dus geen wonder dat de drie burgemeesters zich in december 2017 wendden tot het Openbaar Ministerie en de rijksrecherche. Daarna werd het stil, en dat bleef het totdat burgemeester Ossel op 21 augustus aan de Wijdemeerse gemeenteraad meldde dat de drie ambtenaren die de stuurgroep hadden gevormd zouden worden gedagvaard voor de meervoudige kamer van de rechtbank Midden-Nederland. ,,De zitting zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2020 worden gepland’’, besloot Ossel zijn briefje.

Logo van het Openbaar           Ministerie.

Inmiddels zijn we meer dan een jaar verder dan het eerste kwartaal van 2020. Vandaar dat me dus de vraag te binnen schoot hoe het zou zijn afgelopen. Gezoek op internet bleef zonder resultaat. Maar deze week lichtte een zegsman van het Openbaar Ministerie desgevraagd een tipje van de sluiter op. Hij vertelde me dat ‘de zaak nog niet is ingepland, het is nog niet aan bod gekomen’. Waarom dat zo ontzettend lang duurt, kon hij niet onmiddellijk zeggen.

Manipulatie

Toch is het natuurlijk wel van belang dat de verdachten ter verantwoording worden geroepen. Als het beeld dat uit Bosserts rapport opdoemt bij de rechter stand houdt, dan behoren deze drie ambtenaren stevig te worden aangepakt. Door stiekem gerotzooi in documenten (valsheid in geschrifte?) en dus door manipulatie hebben ze immers de colleges en de raden op het verkeerde been gezet, waardoor deze een besluit hebben genomen (de BSWW oprichten) dat anders misschien niet was genomen of op onderdelen anders was uitgevallen.

Bossert adviseerde de drie gemeenten eind 2017 om flink te werken aan ‘het integriteitsbewustzijn in de toekomst bij betrokkenen in dit type projecten’. Ter onderbouwing meldde hij dat ‘het gebeurde deel uitmaakt van de heersende cultuur bij betrokkenen in dit besluitvormingsproces’.

Vaart maken

Een integriteitsonderzoek (door de burgemeesters, want die gaan daarover) vond Bossert niet zo zinvol, omdat ‘bijna alle betrokken ambtenaren de drie gemeenten inmiddels (hebben) verlaten of dat zeer binnenkort (zullen) doen’. Terecht hebben de burgemeesters toch doorgebeten, waarbij ze gelukkig het Openbaar Ministerie aan hun zijde kregen. Want het moet natuurlijk niet mogelijk zijn dat sjoemelende en manipulerende ambtenaren daarmee weg zouden komen door over te stappen naar een andere werkgever.

Alleen zou het wel prettig zijn als het Openbaar Ministerie na de zomer eindelijk eens vaart maakt. Anders zul je nog zien dat de rechter, als de drie schuldig worden bevonden, mildere straffen oplegt ‘omdat het allemaal zo lang geleden is’.

3 gedachten op “Drie verdachten in BSWW-zaak nog steeds niet voor rechter gebracht”

  1. Strafbeschikkingen opgelegd voor valsheid in geschrifte door gemeenteambtenaren
    Nieuwsbericht | 04-02-2022 | 16:26
    Ankeveen 8-juli 2023

    gaan we dit nu weer weer meemaken ? met de de intentie om bestuurlijk te gaan fuseren.

    Het Openbaar Ministerie heeft drie van valsheid in geschrifte verdachte mannen strafbeschikkingen opgelegd in de vorm van geldboetes van 750 euro. De verdachten waren als ambtenaar werkzaam voor de gemeenten Stichtse Vecht, Weesp en Wijdemeren en waren in die rol in 2015 betrokken bij de totstandkoming van de Belastingsamenwerking Stichtse Vecht, Weesp en Wijdemeren (BSWW).

    Nadat de drie gemeenten besloten de mogelijkheden voor belastingsamenwerking te onderzoeken is in 2015 een onderzoeksbureau gevraagd hier een advies over uit te brengen. Het Openbaar Ministerie concludeert op basis van onderzoek door de Rijksrecherche dat de verdachten bewust cijfers uit dit advies hebben aangepast in voorstellen die ter besluitvorming voorgelegd zijn aan de gemeenteraden van de betreffende gemeenten. Hierdoor is een rooskleuriger beeld van de samenwerking geschetst. Uiteindelijk is de samenwerking tot stand gekomen.

    De verdachten hadden de persoonlijke overtuiging dat de samenwerking voordelig zou zijn voor de betreffende gemeenten en verklaarden tijdens het onderzoek dat ze de cijfers in het advies van het onderzoeksbureau te negatief vonden. Het Openbaar Ministerie neemt het de verdachten kwalijk dat zij door de valsheid in geschrifte het besluitvormingsproces op oneigenlijke wijze hebben beïnvloed. Tegelijkertijd is meegewogen dat de verdachten zelf geen financieel gewin hebben gehad bij het plegen van de strafbare feiten en dat het lang heeft geduurd voordat de zaak is afgehandeld.

  2. “….waarbij ze (de burgemeesters) gelukkig het Openbaar Ministerie aan hun zijde kregen. ”
    Als dit echt zo was dan had deze zaak allang op de rol gestaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.