Foutloos leidde burgemeester Crys Larson donderdag de vergadering van de Wijdemeerse gemeenteraad over de begroting voor 2022.

Waar ik schreef foutloos zou ik ook kunnen schrijven vrijwel foutloos. Er waren een paar ieniemini-kleine dingetjes, maar die zou ik hooguit willen betitelen als versprekingen zonder belang – en dat kán niet alleen ons allemaal gebeuren, het gebeurt ons allemaal zo nu en dan. Iedereen snapt dan precies wat wordt bedoeld, dus is er niets aan de hand. Daarom dus toch: van fouten bij Larsons optreden in de lange raadsvergadering van donderdag was geen sprake. Ze deed het uitstekend. Bovendien leidde ze beraad en debat heel vriendelijk en goedgemutst.
Goed nieuws?
Da’s mooi dus. Maar is het ook goed nieuws? Nou, het is in elk geval nieuws, want niet voor niets schreef ik eerder op Rading Nul dat de burgemeester bleef ‘brekebenen’. Aan haar reeks fouten en uitglijders leek geen einde komen. Tot donderdag dus, want toen ging het voorbeeldig. Dus ja, gezien wat ze eerder ten beste heeft gegeven is dat nieuws.
Nu is een definitie van nieuws (er zijn er meer): nieuws is het uitzonderlijke, het afwijkende, datgene wat normaal gesproken niet voorkomt. Zo bezien opnieuw de vraag: is het goed nieuws dat de burgemeester de lange, vermoeiende begrotingsraad deze week vlekkeloos leidde?
Goed en treurig
Het antwoord is: ja en nee. Ja, het is goed nieuws dat ze het foutloos deed. Anderzijds: nee, want als het nieuws (dus uitzonderlijk) is dat de burgemeester de gemeenteraad onberispelijk door een belangrijke vergadering leidt, dan is de normale gang van zaken kennelijk een stuk minder florissant. Dat het donderdag zo goed ging, is dus eigenlijk zowel goed als nogal treurig nieuws.
Ooit had ik op de middelbare school een docent Latijn die ons het verschil inscherpte tussen een pessimist en een optimist. Sombermans, verklaarde hij olijk, zegt: ,,Wat een pest, die mist’’. De zonniger natuur zegt: ,,Hij trekt wel op, die mist’’.
Kereltje
Graag denk ik, althans hoop ik nu dat de Wijdemeerse mist wel optrekt, dat we dus mogen hopen dat de raadsvergadering van donderdag het keerpunt was en dat het vanaf nu met de burgemeester onophoudelijk bergopwaarts gaat. Tegelijk zit in mijn hersenpan een allerminst naïef kereltje dat me toevoegt: ,,Hallo daar! Eerst zien en dan pas geloven hè!’’ Voor nu schuif ik het kereltje terzijde en kies ik ervoor goede hoop te koesteren. Immers, wie zich kritiek permitteert, moet niet flauw zijn en ook eens lof uitdelen als daartoe aanleiding is.