De vergadering waarin de gemeenteraad afgelopen donderdag de begroting voor 2022 vaststelde was een hoogst curieuze. Daarover later meer. Nu eerst even een niet onbelangrijk brokje hard nieuws dat de begrotingsraad opleverde: het idee om bij mensen die huishoudelijke hulp inroepen via de WMO een inkomenstoets te doen ligt in de prullenbak. Het mag gewoon niet.

Aan huishoudelijke hulp op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) zijn gemeenten steeds meer geld kwijt sinds het kabinet daarvoor een zogenoemd abonnementstarief heeft ingevoerd. Gemeenten hebben geen gereedschap om op die uitgaven een rem te zetten.
Hoe zat het ook alweer? Mensen die een beroep deden op huishoudelijke WMO-hulp moesten oorspronkelijk daarvoor een eigen bijdrage betalen, waarbij de hoogte afhing van de hoogte van hun inkomen. Heel logisch, gevalletje sterkste schouders zwaarste lasten. Maar met ingang van 1 januari 2020 hebben kabinet en parlement daar een streep door gezet. Vanaf die dag geldt voor de huishoudelijke WMO-hulp een vast abonnementstarief. Dat werd bepaald op 19 euro per maand.
Rijkaard
Dat houdt in dat sinds 1 januari 2020 iedereen voor 19 euro per maand huishoudelijke hulp kan krijgen in het kader van de WMO. Een inwoner die moet rondkomen van het sociaal minimum betaalt dus die 19 euro, maar een rijkaard bij wie het geld tegen de plinten klotst, betaalt diezelfde 19 euro en geen cent meer.
Geen wonder dat gemeenten steeds meer inwoners aan de deur kregen die een beroep deden op die huishoudelijke hulp. Mensen die wat beter tot heel goed in de slappe was zitten, en die huishoudelijke hulp best zelf kunnen betalen, zijn daaraan per maand nog maar 19 euro kwijt als ze het via de gemeente regelen op grond van de WMO. Een riante subsidieregeling met belastinggeld. Tel uit je winst!
Laren
Hoe de Haagse politiek het in zijn hersens heeft gehaald die regeling in te voeren is een vraag die ik maar even oversla. Waar het om gaat, is dat de gemeenten te maken kregen met de lelijk in de papieren lopende gevolgen. Gemeenten broedden om manieren om er iets aan te doen, maar ze kwamen er niet uit. Tot in de gemeente Laren de vanuit Eemnes ingevlogen wethouder sociaal domein Jan den Dunnen (CDA, maar hij zit namens Larens Behoud in het college) zijn vinger opstak. Hij wilde in Laren alsnog een inkomenstoets invoeren voor mensen die een beroep doen op de huishoudelijke WMO-hulp. Dat dat wel eens lastig kon worden wist Den Dunnen ook wel. Hij had daarom de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (juridische) ondersteuning gevraagd. Het VNG-belang was duidelijk: als het voor Laren kan worden geregeld, dan kunnen alle andere gemeenten mooi meeliften.
In de Wijdemeerse raad vonden de fracties van VVD, PvdA/Goenlinks en D66 zo’n inkomenstoets om de vraag naar huishoudelijke WMO-hulp af te remmen ook een aantrekkelijke gedachte. Afgelopen donderdag kwamen ze daarom met een motie waarin ze het college vroegen uit te zoeken wat voor Wijdemeren mogelijk is.
Koude douche
Wethouder Rosalie van Rijn (sociaal domein) had voor de indieners van de motie een koude douche in petto. Haar even korte al duidelijke mededeling: Zo’n inkomenstoets mag niet, en de provincie Noord-Holland zal dat op zeer korte termijn ook schriftelijk laten weten aan de gemeente Laren. Waarop de indieners hun motie introkken.
Voor alle duidelijkheid: wethouder Van Rijn vertoont geen onwil, ze heeft zich gewoon te houden aan de landelijke wet- en regelgeving, of ze dat in dit geval nou leuk vindt of niet.
Het probleem met een gemeentelijke inkomenstoets voor huishoudelijke WMO-hulp is, dat de gemeente daarmee aan inkomenspolitiek doet. En de regel is nu eenmaal dat inkomenspolitiek is voorbehouden aan de landelijke overheid, dus aan kabinet en parlement. Gemeenten moeten daarvan met hun vingers afblijven.
Streek geleverd
Het treurige is en blijft natuurlijk dat ‘Den Haag’ een regeling heeft ingevoerd die, wat populair gezegd, neerkomt op subsidiëring van de rijken met belastinggeld dat beter anders kan worden besteed. En nog droeviger is dat de gemeenten worden opgezadeld met de gevolgen, namelijk oplopende uitgaven waarop ze nul komma nul invloed hebben. De landelijke politiek heeft de gemeenten weer eens een lelijke streek geleverd – maar helaas is dat met het sociaal domein niet voor het eerst.
Voor allerlei subsidies en toeslagen wordt naar van alles en nog wat gekeken, waarbij zonder aanzien des persoons het al dan niet wordt gegeven. Al werd er bij de toeslagenaffaire wel naar een persoon gekeken, maar we weten allemaal wat daarvan het resultaat was (en is).
Van deze WMO-regeling wil men het zonder inkomenstoets doen; gelijke monniken, gelijke kappen. Maar daardoor worden de mensen met geld inderdaad gesubsidieerd met geld dat heel goed gebruikt kan worden voor doeleinden en mensen waar het harder nodig is.
Van deze mogelijkheid wordt zelfs misbruik gemaakt. Uit nabije omgeving weet ik dat mensen (die hele goede banen hebben) huishoudelijke hulp krijgen, die hen weinig kost, want 50% van het salaris wordt door de overheid betaald om deze mensen te helpen aan werk.
Het is triest dat ‘Den Haag’ zoveel dingen oplegt aan gemeenten, die daar niets aan kunnen/mogen doen en ondertussen verzuipen. En waarvan de hulp- en zorgbehoevenden de dupe zijn, van jong tot oud.
Kan de VNG geen vuist maken naar ‘Den Haag’ om dit te veranderen?
Hoi Wilma,
De VNG is hier al heel lang mee bezig. Tot op heden zonder concreet resultaat nog. Helaas!
Met vriendelijke groet,
Rosalie Van Rijn