Nadat op 26 augustus het onderzoekrapport van Necker van Naem was gepresenteerd aan de gemeenteraad, waren de volgende dag de media aan de beurt. Over die media komt een handvol uitlatingen voor in de documentatie die burgemeester en wethouders me ter beschikking stelden nadat ik een beroep had gedaan op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Sommige van die opmerkingen zijn best saillant.

Een eerste uitlating over media dateert overigens al van ruim voor de openbaarmaking van het onderzoeksrapport over de gemeentelijke organisatie. Op 14 juli appt iemand binnen de gemeentelijke organisatie: ,, Hoi hoi, heb net een artikel gestuurd van (. . . naam weggelakt . . .) over het rapport Necker van Naem. Wat ik kan lezen is weer lekker suggestief … hij zou zo bij de Telegraaf aan de slag kunnen. 😉’’ En: ,,Ik kan helaas alleen het eerste stukje lezen want ik kan geen premium artikelen lezen.’’
Een niet-abonnee die stuit op het slotje op premium-artikelen. Hm, dat móét in dit geval wel gaan over een stuk van Hans van Keken op de website van De Gooi- en Eemlander. Overigens antwoordt iemand: ,,Kop is suggestief tekst is verder ok.’’ Dat geklaag was dus kouwe drukte over niks.
‘Veel emotie’
Nu een sprongetje in de tijd. De ambtelijke leiding (en het college misschien ook wel, maar daarover heb ik geen sporen aangetroffen) heeft met een zekere spanning uitgekeken naar de besloten bijeenkomst waarin aan de gemeenteraad tekst en uitleg werd gegeven over het eindrapport van Necker van Naem. Zo mailt gemeentesecretaris Wietske Heeg op 12 augustus aan de hoofdauteur van dat rapport, Evert Jan Kruijswijk Jansen: ,,Ik vermoed nl dat de raad veel emotie en vragen heeft.’’ En in twee andere mails uit die tijd constateert ze dat er ‘politieke spanning op het rapport zit’.
Na afloop van die besloten vergadering van de gemeenteraad gaat om 23.00 uur precies een mail naar de regionale media. Ze krijgen het rapport plus de uitnodiging voor een digitaal persgesprek, de volgende ochtend om 10.30 uur. Kort voor aanvang daarvan krijgen burgemeester Crys Larson en gemeentesecretaris Heeg van de afdeling communicatie een mailtje. Voor het persgesprek hebben zich twee mensen aangemeld. In de stukken die ik heb gekrgen zijn hun namen weggelakt. Da’s wel koddig, want er is weinig fantasie voor nodig om de namen Hans van Keken (De Gooi- en Eemlander) en Herman Stuijver (Weekblad Wijdemeren) te vermoeden.
Ter geruststelling begint het mailtje aan Larson en Heeg aldus: ,,Na de twee sessies van gister (’s middags met het ambtelijke personeel, ’s avonds met de gemeenteraad, red.) is het persgesprek straks gesneden koek.’’ Ofwel: Dames, maakt u zich niet te sappel, vergeleken met de ambtenaren en de raad zijn die verslaggevers een eitje.
‘Ongelooflijk slecht’
Een paar dagen later is de opgewekte sfeer echter verdwenen. Over De Gooi- en Eemlander en Weekblad Wijdemeren trof ik geen onvertogen woord aan, over de Noord-Hollandse regiozender NH Nieuws wel. Op 1 september krijgt gemeentesecretaris Heeg een mail, ik vermoed van iemand van communicatie: ,,NH Nieuws heeft een artikel gepubliceerd (kop: Gemeente Wijdemeren staat op omvallen en moet flink op de schop, red.). Er staan dingen in die niet kloppen. Ik ben ermee bezig maar (. . . woord weggelakt . . .) belt niet terug.’’ Weggelakt zal de naam Carlijn zijn, want het gewraakte stuk is van de hand van Carlijn Kolk.
Gemeentesecretaris Heeg is in haar reactie een stuk scherper: ,,Het hele stuk is ongelooflijk slecht. Er staan zoveel fouten in. Jammer dat we dit niet hebben kunnen voorkomen.’’ Het antwoord van communicatie daar weer op: ,,Helemaal met je eens. (. . .) Dit is niet te voorkomen. (. . .) het getuigd (sic, red.) niet van journalistieke kwaliteit.’’
‘Interview doen?’
Op vrijdag 10 september nog een mailtje, vermoedelijk opnieuw van de afdeling communicatie en gericht aan de burgemeester. Het springt nogal in het oog. Na een ‘Beste Crys’ lezen we onder meer: ,,Zullen we een interview doen voor het weekblad? Ik zou zelf ook een andere vorm interessant vinden. Dat pakken we volgende week op.’’
Zulke zinnetjes doen het ergste vrezen. Is het bij Weekblad Wijdemeren – waarin de Wijdemeerse gemeentepagina’s verschijnen die voor de uitgever geld opbrengen – een kwestie van ‘u vraagt, wij draaien’ als de gemeente dat graag wil? Dat zinnetje ‘Zullen we een interview doen voor het weekblad?’ lijkt daar wel op te wijzen. Maar in de edities van het huis-aan-huis-blad in de daarop volgende weken heb ik zo’n ‘ingestoken’ publicatie niet aangetroffen. Mogelijk heeft de gemeente het idee niet doorgezet, misschien heeft de redactie van het weekblad er eigen gedachten over gehad, geen idee. Maar door dat zinnetje weten ze bij Weekblad Wijdemeren nu wel hoe bij de gemeente over ze wordt gedacht.