Met het nieuwe Wijdemeerse college zijn een paar opmerkelijke dingen aan de hand. Ten eerste: de beleidsonderdelen die uit de portefeuille van burgemeester Crys Larson worden gelicht. Verder – en gezien het verleden is dat in Wijdemeren een gevoelig punt – worden twee van de vier wethouders parttimer.
Over de portefeuilleverdeling waartoe het college in spe heeft besloten berichtte De Gooi- en Eemlander zaterdagochtend al, dus dat zal ik hier niet dunnetjes over doen. Wel vielen me in het persbericht dat formateur Gert Zagt vrijdag uitgaf een paar dingen op. Ik heb hem ernaar gevraagd en zijn antwoorden zijn het waard om hier even onder de aandacht te brengen.
Overgeheveld
Wat me bijvoorbeeld opviel, is dat de portefeuille van Alette Zandbergen (De Lokale Partij) onder meer burgerparticipatie en personeel & organisatie omvat. Dat zij daarvoor verantwoordelijk wordt, is niet het bijzondere, wel dat deze twee beleidsterreinen de afgelopen jaren behoorden tot de portefeuille van de burgemeester. Daar zijn ze dus weggehaald en overgeheveld naar een wethouder. Waarom?
Over burgerparticipatie kun je bedenken: daarvan hebben Zandbergen en haar partij in hun verkiezingsprogramma en tijdens de campagne een stevig punt gemaakt. Dan is het niet zo gek dat onderwerp bij een DLP-wethouder onder te brengen. Zagt voegt daaraan toe dat ruimtelijke ontwikkeling en burgerparticipatie in nauw verband met elkaar staan. Voor ruimtelijke ontwikkeling wordt Zandbergen verantwoordelijk, dus is het vrij logisch ook burgerparticipatie bij haar neer te leggen, aldus Zagt. Hij geeft aan eigenlijk niet zo goed te hebben begrepen waarom dat in het nu afzwaaiende college uit elkaar was getrokken en waarom burgerparticipatie onder burgemeester Larson viel. Dat klinkt allemaal heel logisch. Niks aan de hand.

Wat nog meer in het oog springt is het besluit ook personeel & organisatie uit Larsons portefeuille weg te halen en onder te brengen bij een wethouder (Zandbergen). Wijdemeren kampt al jaren met een niet naar behoren functionerend ambtenarenapparaat. Het laatste rapport daarover was vorig jaar dat van bureau Necker van Naem. Besloten werd tot aanstelling van een tijdelijke ‘verandermanager’. Op initiatief van het CDA vroeg de gemeenteraad aan Larson die tijdelijke functionaris direct onder haar aansturing/verantwoordelijkheid te plaatsen.

De raad vond het op orde brengen van het ambtenarenapparaat zo belangrijk dat de burgemeester ervoor verantwoordelijk moest worden. Larson ging akkoord, Rudie Heintjes werd aangesteld als verandermanager. Tegelijk werd hij interim-gemeentesecretaris. Dat laatste gebeurde na het aangekondigde vertrek van gemeentesecretaris Wietske Heeg, wier bevoegdheden door raad en burgemeester fors waren ingesnoerd.
Politieke verantwoordelijkheid
Maar zie: nu wordt het hele zaakje (personeel & organisatie) bij de burgemeester weggehaald en op het bordje gelegd van Zandbergen. Formateur Zagt wijst in dat verband op een aantal dingen. In de eerste plaats dat zijn partijgenote een heel duidelijke, professionele P & O-achtergrond heeft. Voorts merkt hij op dat de verandermanager een tijdelijke functie betreft die over niet al te lange tijd weer verdwijnt. Tot slot wijst Zagt erop dat is gekozen voor ‘politieke verantwoordelijkheid’ voor het cruciale probleem met de gemeentelijke organisatie. Een wethouder is immers een politieke functionaris, een burgemeester niet of althans in veel mindere mate.
Hoe dan ook, er zijn een paar opvallende zaken bij de burgemeester weggehaald en bij wethouder in spe Zandbergen neergelegd. En daarover heeft de gemeenteraad niets te vertellen. Hoe het college de werkzaamheden en verantwoordelijkheden onderling verdeelt, is namelijk een exclusieve bevoegdheid van het college.

Fulltimers, parttimers
Waar de raad wél over gaat, is hoeveel wethouders er worden aangesteld en wat van elk van hen de zogeheten ‘tijdbestedingsnorm’ is. De beoogde wethouders zijn, zoals al bekend, Zandbergen en Zagt (beiden De Lokale Partij), Stan Poels (PvdA/GroenLinks) en Els Kruijt (VVD). Niet bekend was nog wat voor elk van hen de tijdbestedingsnorm wordt: wie wordt fulltimer, wie parttimer en voor hoeveel procent dan? Per wethouder moet de gemeenteraad akkoord gaan met de voorgestelde tijdbestedingsnorm. Desgewenst kan de raad daarin veranderingen aanbrengen.
Juist in Wijdemeren is dat wel een ‘dingetje’ gezien wat zich in een niet zo heel grijs verleden heeft afgespeeld. Even snel het geheugen opfrissen (voor zover althans nodig). De raadsperiode 2010-2014 begon Zagt als fulltime wethouder. Onderweg werd dat omgezet in een (grote) parttime aanstelling. Pas later bleek waarom het ging: de gemeente had uitgerekend dat dat Zagt vele duizenden euro’s per jaar zou schelen. Fulltime wethouders moeten neveninkomsten, bijvoorbeeld uit een eigen onderneming (en die had Zagt), namelijk verrekenen met hun wethouderssalaris, parttime wethouders hoeven dat niet. Door voor ietsje minder dan fulltime op de loonlijst te gaan staan, voorkwam Zagt voortaan die verplichte verrekening. Toen puntje bij paaltje kwam, bleek er voor hem maar een heel klein voordeeltje uit te rollen, maar een politiek heet hangijzer werd de intentie van het parttime gaan werken, namelijk verondersteld stevig financieel voordeel.
Grenzen Gemeentewet
Daarom heb ik Zagt ook meteen maar gevraagd voor hoeveel fte (volle banen) de vier wethouders in spe volgens het voorstel op de gemeentelijke loonlijst komen. Antwoord: samen 3,7 fte. Dat is vrijwel hetzelfde als de wethouders in het spoedig afzwaaiende college. Het valt ook netjes binnen de grenzen die de Gemeentewet stelt (grotere gemeenten mogen meer wethouders hebben dan kleinere). In het geval van Wijdemeren ligt de maximaal toegestane tijdbestedingsnorm volgens de wet op 4,4 fte. Bij de aanstelling van vier wethouders (zoals gepland) mogen ze dus allemaal een fulltime-aanstelling krijgen, maar minder mag ook.
Gezien bovengenoemde politieke ophef van een jaar of vijf, zes geleden is het interessant te weten hoe het dan per wethouder straks zit (aannemende dat de gemeenteraad ermee instemt). Dit is wat formateur Zagt me vertelde. Alette Zandbergen wordt fulltimer (1 fte), Stan Poels eveneens. Els Kruijt wordt parttimer voor 0,9 fte en Gert Zagt parttimer voor 0,8 fte.
Verrekenen of niet
Voor de werkelijke werktijd van wethouders heeft dat niet of nauwelijks betekenis. In de praktijk zijn ook parttime wethouders in Nederland meer dan fulltime in de weer. Wel zijn genoemde gegevens van belang voor het wel of niet verrekenen van de wedde van wethouders met eventuele neveninkomsten. Zandbergen en Poels moeten straks een stukje van hun wedde (plus later eventueel wachtgeld) inleveren indien ze neveninkomsten zouden hebben, Kruijt en Zagt hoeven in geval van neveninkomsten niets in te leveren.
In de Wijdemeerse Webkrant is een dossiertje te vinden over de commotie die in 2016 ontstond over de tussentijdse part-time aanstelling van 95% van ex-wethouder Gert Zagt. Een wijziging die volgens de Gemeentewet een compleet raadsvoorstel vereiste, maar die er in Wijdemeren met een summier briefje tussendoor werd gerommeld.
Afgezien van de formele kant is het ook gerechtvaardigd om vraagtekens te zetten bij part-time als dat vrijwel een volle baan benadert, een standpunt dat de VVD indertijd innam. Dan wordt de indruk gewekt dat er slechts gebruik gemaakt wordt van het financiële voordeel van die regeling, terwijl er full-time gewerkt wordt.
In de Kamer gaf de minister indertijd aan dat de geest van de regeling in de Gemeentewet echt part-time, pakweg 25-75%, beoogt.
Het dossier is hier terug te vinden:
http://wijdemeersewebkrant.nl/dossiers/dossier_gert_zagt.htm