Van ‘Den Haag’ krijgt Wijdemeren er geld bij. Het loopt op van 1,1 miljoen euro extra volgend jaar tot ruim 2,2 miljoen extra in 2025. Dat is prettig, maar jammer genoeg nog geen reden om slingers op te hangen.

Haagse rekenmeesters hebben bekeken wat de afspraken van de nieuwe regeringscoalitie betekent voor gemeenten. Daarover heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken een brief rondgestuurd. En wethouder Jos Kea (financiën, VVD) heeft het resultaat na eigen Wijdemeers rekenwerk doorgestuurd aan de leden van de nieuwe gemeenteraad – en daarmee ook aan de onderhandelaars over de vorming van een nieuwe Wijdemeerse coalitie.

Hoofdzaak: de uitkomst is positief. Volgend jaar krijgt de gemeente 1,1 miljoen euro extra, in 2024 wordt dat 1,9 miljoen en in 2025 loopt het op naar dik 2,2 miljoen. Het bedrag voor 2026 is theoretisch ‘slechts’ 341.000 euro, maar dat is nog met zoveel mitsen en maren omkleed dat we het beter even kunnen vergeten.
Welkom
Blijft dus over: er komen de komende drie jaar enkele miljoenen euro’s extra binnen. Hartstikke mooi. En zeer welkom in een gemeente die financieel onder zo grote druk staat als Wijdemeren.
Maar waar 1 tot 2 miljoen euro voor u en mij privé een droombedrag zou zijn (gaat ook vast niet gebeuren, heb ik zo’n donkerbruin vermoeden), is het voor de gemeente iets veel bescheideners. En de bedragen zijn dan ook nog niets eens echte Haagse, het zijn voorlopige Wijdemeerse berekeningen, zo waarschuwt de wethouder.
Benard
Het is in elk geval geen geld waarvoor de coalitie-onderhandelaars nu eens fijne uitgaven-plannen kunnen bedenken. Alleen al de benarde gemeentelijke financiën zouden dat niet verdragen. Ik neem trouwens voetstoots aan dat de onderhandelaars dat ook zo zien. Het beetje extra geld is immers zo te zien een mogelijk toereikende compensatie voor de forse inflatie en zelfs dat misschien niet. Kortom: leuk dat er wat extra’s aankomt, maar reden voor een feestje is het niet.
Kea is daarover in zijn brief aan de gemeenteraad ook volstrekt duidelijk. Pas in de meicirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken over de uitkeringen die het gemeentefonds gaat doen, zal meer duidelijkheid komen. Die meicirculaire zal in juni landen in het gemeentehuis.
Brede grijns
Dat laatste is dan wel weer reden voor enige vrolijkheid – niet voor een feestje dus, wel voor een brede grijns. Nu, in april, informeert wethouder Kea de raad over de zogeheten maartbrief van Binnenlandse Zaken. Dat komt niet doordat Kea die brief een maand heeft achtergehouden, ook de wethouder heeft de maartbrief pas in april gekregen. Dat is een eigenaardigheid van het departement van Binnenlandse Zaken.
Ieder jaar verstuurt het ministerie over uitkeringen uit het gemeentefonds drie zogeheten circulaires: de meicirculaire, de septembercirculaire en de decembercirculaire. Een normaal mens denkt dan: die krijgen de gemeenten dus in mei, september en december. Mis! Die worden afgeleverd in juni, oktober en januari. Binnenlands bestuur, het is nog een hele wetenschap. Dat volgen en vooral dat doorgronden vergt van de geïnteresseerde burger soms een flinke dosis gevoel voor humor.