Wijdemeren staat aan de rand van de financiële afgrond en is er eigenlijk al overheen. Toch kiezen burgemeester en wethouders voor een erg prijzige manier om de ambtelijke organisatie draaiende te houden.
De afgelopen week was allerminst een glorieuze voor het Wijdemeerse openbaar bestuur. In een recente bijdrage schetste Rik Jungmann al wat er woensdag gebeurde in een vergadering van raadscommissie Ruimte en Economie. Dat lezende staat je het huilen nader dan het lachen. Wethouders Zandbergen en Kruijt deden hun best om vraagtekens op te roepen over hun geschiktheid voor het ambt. Ook het optreden van wethouder Zagt was bepaald niet vlekkeloos. Opnieuw liet de wethouder ‘van buiten’, Huizer PvdA’er Maarten Hoelscher, zien hoe het ook anders kan.
Niet beter
Donderdagavond werd het er tijdens de vergadering van de raadscommissie Bestuur en Middelen niet beter op. Naar aanleiding van vragen van het CDA ontspon zich een discussie over hoe het college omgaat met gaten in de ambtelijke organisatie.
CDA’er Jan Willem Nienhuis gaf hem van jetje. Hij liet zien dat beslist niet alles op alles wordt gezet om vaste ambtenaren te strikken voor opengevallen plekken. Fractievoorzitter Jan-Jaap de Kloet van DorpsBelangen en wethouder Gert Zagt (De Lokale Partij) adviseerden elkaar later de audio-opname van de vergadering nog eens te beluisteren om te controleren wat ze wel en niet hadden gezegd. Onder de streep bleef voor de neutrale toeschouwer het beeld hangen van hoe het college momenteel kennelijk omgaat met vacatures in het ambtelijk apparaat.
Pittige tarieven
Dat beeld is dat vacatures soms worden opgevuld door mensen vast in dienst te nemen. Zagt noemde iemand die recent is aangenomen voor de afdeling HR/personeelszaken. Maar het beeld is overwegend dat momenteel voor open plekken externen worden ingehuurd. Dat zijn ‘handjes’ van buiten die – vaak zonder (veel) kennis over Wijdemeren – worden ingehuurd tegen pittige tarieven.
Zagt had daarvoor een verklaring die best te volgen is. Half december (een maand te laat) kon geen sluitende begroting aan de provincie Noord-Holland worden voorgelegd. Daardoor staat Wijdemeren nu onder preventief financieel toezicht van de provincie: voor elke euro extra uitgaven bovenop de begroting 2022 is toestemming vanuit Haarlem nodig.
Nu Wijdemeren op instorten staat, is dus ingrijpen nodig. Daarvoor staan burgemeester en wethouders plus de gemeenteraad aan de lat. Achter gesloten deuren zijn afgelopen maand daarover al twee overleggen geweest. Het moet vóór 1 juli allemaal uitmonden in een herstelplan inclusief een wél sluitende begroting. Ook moet dan de vraag worden beantwoord wat voor gemeente Wijdemeren precies wil zijn.
Flexibeler
Uit Zagts verhaal (hij verving personeelswethouder Zandbergen) viel donderdag op te maken dat momenteel vooral externen worden ingehuurd om ambtelijke gaten te dichten. Argument: dan zijn we flexibeler. Volgens Zagts redenering is het op dit moment handig om voor gaten mensen in te huren van wie je ook weer makkelijk af kan. Wanneer dan? Nou, als eventueel – in het kader van het herstelplan – wordt besloten het ambtenarenapparaat af te slanken. Van externe inhuurkrachten kan je dan snel af, van vaste nieuwe ambtenaren niet, zo redeneert het college.
Dat klonk hartstikke logisch. Laten we ons nu even niet vastleggen op teveel vaste mensen. Als dat echt nodig is, komt dat later wel. Laten we voor nu een maximum aan flexibiliteit inbouwen.
Roet in het eten
Pech voor Zagt was dat coalitiegenoot Wilna Wind (PvdA/GroenLinks) roet in het eten gooide. Ze wees erop dat je best vaste krachten – en dus geen peperdure externen – kunt inhuren, maar dan voorlopig eventjes op tijdelijke contracten. Zeg voor een jaar, of voor twee.
Mij viel op dat Zagt die opmerking van Wind onbeantwoord liet. In feite erkende hij daarmee dat het college momenteel met het personeelsbeleid op een (veel te) dure koers zit. En dat dus het college de financiële narigheid willens en wetens alleen nog maar erger maakt.
Ik moest denken aan een alleraardigst boekje over bezuinigen op gemeentelijke financiën, maar daarover een volgende keer.