Vandaag werd mijn dag verrijkt met een vragenlijst van de Gemeente Wijdemeren. Kennelijk werd mij de eer ten deel als willekeurig “panellid” te zijn benoemd.
Weliswaar zijn alle vragenlijsten geformuleerd richting een gewenste uitkomst, maar zo extreem heb ik het nog zelden gezien. De vragen gaan er allen vanuit dat de een grote investering de wenselijke weg is. Afwijkende meningen krijgen geen ruimte.
Het gaat om het Gemeentehuis. Als gevolg van “landelijke wetgeving” moet onze gemeente miljoenen steken óf in een verbouwing óf een verhuizing. De voor de hand liggende optie “intrekken bij Hilversum” is kennelijk niet overwogen.
In het belang van transparantie: jaren geleden al heb ik gepleit voor een fusie met Hilversum. Niet uit liefde voor dat uit de klauwen gegroeide onsympathieke dorp, maar op basis van een bestuurlijke en politieke inschatting. Enerzijds zijn de eisen aan gemeenten dusdanig gegroeid dat een kleine gemeente er nauwelijks aan kan voldoen, in bestuurlijke noch in financiële zin; anderzijds heeft onze specifieke gemeente in de loop der jaren zoveel fouten gemaakt, om niet te zeggen zoveel verprutst – met grote gevolgen voor de begroting – dat het niet meer is op te brengen is, zelfs niet als een van de voor de burger duurste gemeenten van het land.
Terwijl dus het einde van Wijdemerens zelfstandigheid steeds dichterbij komt, wil de kop in het zand stekende gemeenteraad een nieuw gemeentehuis bouwen. Een waanzinnige kapitaalvernietiging.
Voor de burger is te hopen dat dit megalomane plan sneuvelt voordat de fusie met Hilversum een feit is.