Eindelijk zijn er dan wat concrete feiten bekend over de ANPR-camera’s die de politie in samenwerking met de gemeenten Wijdemeren, Hilversum en Weesp gaat gebruiken voor bestrijding van criminaliteit. Maar wat opvalt, is dat gemeenten en politie losjes omgaan met de waarheid. Ze beweren dingen die niet waar zijn, mogelijk in de hoop geen slapende honden wakker te maken

Gewone politiemensen die graag ‘boeven vangen’ hebben daarvoor natuurlijk het liefst zo goed mogelijke middelen ter beschikking. Logisch, geef ze eens ongelijk. ANPR-camera’s zijn zo’n middel. ANPR staat voor Automatic Number Plate Recognition, automatische herkenning van kentekenplaten van voertuigen.
Woninginbraken
Tot de proef met ANPR-camera’s in Wijdemeren, Hilversum en Weesp is besloten naar aanleiding van de golf aan woninginbraken die zich in 2018 en 2019 voordeed in Wijdemeren. Politiemensen die inbrekers in de kraag willen vatten, zullen met die proef dus vast blij zijn.
Maar aan het vastleggen en gebruik van ANPR-beelden zitten risico’s – vooral voor de privacy van (onschuldige) burgers. Daarom heeft de wetgever (het parlement) voor de inzet van die camera’s en het gebruik van vastgelegde beelden regels gesteld. En dan nog gaat het soms fout en blijven er risico’s. Dat laatste blijkt uit een evaluatie door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Rading Nul berichtte daarover al eerder.
Eindelijk paar feiten
Tot voor kort was over die cameraproef in Wijdemeren, Hilversum en Weesp alleen bekend dat die er zou komen. Details ontbraken. Tot donderdag. Toen kwamen twee documenten beschikbaar. Op de website van de gemeente Wijdemeren verscheen een persbericht over de volgende week beginnende proef. En de Hilversumse burgemeester, Pieter Broertjes, schreef daarover een brief aan zijn eigen gemeenteraad, waarover De Gooi- en Eemlander berichtte.
We weten daardoor nu eindelijk een paar concrete dingen. De proef gaat niet zes maanden duren, waarvan oorspronkelijk sprake was, maar vijf maanden. En er worden niet zes camera’s geplaatst (zoals aanvankelijk was gemeld) maar vijf. Ook lezen we dat de camera’s deze week al zijn geplaatst en volgende week worden geactiveerd.
Maar waar die camera’s staan, weten we nog steeds niet. Het persbericht rept over ‘op de toegangswegen van de gemeenten’. Broertjes schrijft: ,,Gekozen is voor de belangrijkste invalswegen’’. Dat is zo vaag, dat we dus eigenlijk nog niks weten.
Cameraplan
Ieder jaar moet de politie een cameraplan publiceren, waarin staat waar de ANPR-camera’s staan. Het ‘Cameraplan ANPR Nationale Politie 2021’ verscheen op 12 februari in de Staatscourant. De vijf proefcamera’s in Wijdemeren, Hilversum en Weesp komen daarin (nog) niet voor. Vermoedelijk waren de locaties toen nog niet bekend. Maar ook de jongste update ‘Locaties cameraplan ANPR 126jj Sv, versie oktober 2021’ vermeldt de vijf camera’s niet.
Mogelijk openbaart de politie dus pas in februari 2022 waar ze staan – anderhalve maand voordat de proef afloopt en als de camera’s al meer dan drie maanden actief zijn. Inwoners die willen weten waar die dingen staan (en de wetgever heeft bepaald dat de burger het recht heeft dat te weten), hebben daaraan dus maar weinig. Wat kan helpen is als Wijdemeerse gemeenteraadsleden eens informeren naar de cameralocaties. Dat kunnen ze al komende dinsdagavond, want dan worden ze bijgepraat over de cameraproef. In Hilversum is in elk geval raadslid Edwin Göbbels (Democraten Hilversum) zo slim geweest die vraag deze vrijdag alvast aan het college daar te stellen.

In het persbericht van de gemeente Wijdemeren staat: ,,De camera’s worden geplaatst op grond van artikel 3 van de Politiewet’’. Dat is ofwel verregaande slordigheid ofwel het riekt sterk naar misleiding door het weglaten van een deel van de werkelijkheid. Broertjes schrijft aan de Hilversumse raad namelijk iets anders: ,,Het systeem (. . .) stoelt op artikel 3 Politiewet en 126 jj Wetboek van Strafvordering’’. Dat verschil – alleen artikel 3 Politiewet of óók 126jj Strafvordering – is geen juridisch geneuzel, maar heel relevant.
‘Voorgehangen’
Dat artikel 126jj, met ruimere mogelijkheden voor politie en Openbaar Ministerie, werd op 1 januari 2019 ingevoerd voor drie jaar. Per 1 januari aanstaande vervalt het automatisch, tenzij het kabinet anders besluit. Op 1 oktober schreef minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) daarover aan de Tweede Kamer: ,,Indien wordt besloten tot het permanent maken van de bevoegdheid zal een ontwerp van een koninklijk besluit daartoe in november dit kalenderjaar worden voorgehangen bij beide Kamers der Staten-Generaal’’.
Over wat er met opnamen tijdens de ANPR-proef gebeurt, melden zowel het Wijdemeerse persbericht als Hilversums burgemeester Broertjes dingen die vermoedelijk als geruststellend zijn bedoeld, om slapende honden lekker door te laten knorren. In het persbericht staat: ,,De politie vergelijkt de gelezen kentekens met een bestand in hun computersysteem’’. Dat klopt. Inderdaad wordt een vastgelegd kenteken vergeleken met bekende kentekens van bijvoorbeeld voortvluchtigen die nog celstraf hebben openstaan, of met kentekens van bekende verdachten van criminaliteit.
Onwaar
Maar ook stelt het persbericht: ,,Alleen bij een match worden de gegevens van het voertuig opgeslagen’’ en ,,De politie benadrukt, dat kentekens die niet voorkomen in de systemen van de politie ook niet worden opgeslagen’’. En Broertjes schrijft: ,,Kentekens die gescand worden, maar niet in de database voorkomen, worden niet bewaard’’. Als het waar is dat de camera’s er op proef staan op grond van zowel artikel 3 Politiewet als 126jj Strafvordering, zoals Broertjes heel specifiek meldt, dan zijn de hier aangehaalde zinnen uit de persbericht van Wijdemeren en de brief van Broertjes onwaar. Die ANPR-gegevens worden namelijk wél bewaard, ook als er geen match (‘hit’ in het politiejargon) is, zij het maximaal een maand. En volgens het WODC blijkt in de praktijk dat politiemensen geregeld alleen al voor de zekerheid gegevens uit het systeem halen, om te voorkomen dat ze na een maand achter het net vissen.

Anders dan het persbericht en Broertjes beweren, is de werkelijkheid deze. Op grond van dat artikel 126jj uit het Wetboek van Strafvordering mag de politie ‘ANPR-foto’s maken van alle voertuigen die een ANPR-camera passeren en deze opslaan voor een periode van maximaal 28 dagen’. Zo staat het in de antwoorden die minister Grapperhaus eerder deze maand gaf op vragen van Kamerleden Joost Sneller en Lisa Van Ginniken (beiden D66). Het staat ook in een bekendmaking van Openbaar Ministerie en politie (16 augustus dit jaar) over het gebruik van ANPR-data. En het staat ook nog eens in de WODC-evaluatie van dat wetsartikel 126jj.
Gedegen journalistiek. Chapeau, Ronald Frisart.