Welk doel denkt het college te dienen?

Je kon erop wachten: nieuwe vragen van DorpsBelangen over het interview dat wethouder Gert Zagt (financiën) onlangs gaf aan De Gooi- en Eemlander. Aanleiding om heel even stil te staan bij de omgangsvormen in de lokale politiek.

 

Dat er in Wijdemeren een groot financieel probleem is en dus een probleem met de begroting 2023 is inmiddels wijd en zijd bekend. De Gooi- en Eemlander, Weekblad Wijdemeren en Rading Nul besteedden er de afgelopen tijd bij herhaling aandacht aan.

Klaarwakker

Dat de oppositie daardoor klaarwakker is, wekt dan ook geen verbazing. Dat bleek bijvoorbeeld op vrijdag 14 oktober. Toen stelde Jan-Jaap de Kloet, fractievoorzitter van DorpsBelangen (DB), schriftelijke vragen aan het college. Hem was opgevallen dat wethouder Zagt over de begrotingsproblematiek aan De Gooi- en Eemlander dingen had verteld waarover hij de gemeenteraad nog niets had laten weten. Verkeerde volgorde, vond De Kloet en hij wilde weten hoe het precies zit.

Over die vragen – althans de manier waarop ze zijn gesteld – kan verschillend worden gedacht. Op Rading Nul stelde Wim Kozijn dat De Kloet er in een eerstvolgende vergadering ook mondeling naar had kunnen vragen. Zagt had zich dan kunnen verontschuldigen ‘en klaar is Kees’, aldus Kozijn. Tegelijk erkende hij dat schriftelijke vragen wel een legitiem middel zijn.

Maar behalve kiezen voor het middel van schriftelijke vragen, deed De Kloet nog iets. Hij onderstreepte het belang van de zaak en vroeg daarom om antwoorden op korte termijn, uiterlijk op vrijdag 21 oktober.

College stil

Van de kant van het college bleef het stil. Afgelopen vrijdag, 21 oktober, waren er geen antwoorden. Maandag bleef het ook stil en dinsdag eveneens. En dus – zoals gezegd: je kon erop wachten – klom De Kloet deze woensdag, 26 oktober, opnieuw in de pen. Hij spreekt er zijn verbazing over uit dat er niet alleen nog geen antwoorden zijn, maar zelfs ‘geen tussenbericht (. . .) dat de door ons gewenste termijn niet werd gehaald’. Of het college dan maar alsnog met antwoorden wil komen en anders wil aangeven hoe het daarmee staat. Graag nog deze week, aldus De Kloet.

Tikje scherper

Dat hij er bovenop zit, past wel in het beeld dat ik van de lokale politieke arena heb gekregen sinds het nieuwe college half juni aantrad. Fractievoorzitters De Kloet (DB) en Rosalie van Rijn (CDA) voeren stevig oppositie. Niks mis mee. Misschien is die oppositie wel een tikje scherper als gevolg van teleurstelling. Immers, het CDA zag bij de verkiezingen één van de vier zetels verloren gaan, DB zelfs twee van de vier. Gevolg: CDA en DB maken nu geen deel meer uit van de coalitie en Van Rijn en De Kloet verruilden hun wethoudersposten voor het fractievoorzitterschap.

Wat we nu dus zien, is stevige oppositie van CDA en DB. Zoals gezegd is daar –  zo lang het binnen de grenzen van het betamelijke blijft, en dat blijft het tot op heden – niks mis mee. Anders dan Wim Kozijn zie ik persoonlijk dan ook weinig verkeerds aan het middel van schriftelijke vragen dat De Kloet onlangs inzette naar aanleiding van het kranteninterview met Zagt.

Erg druistig

Hoe het college dat ziet, weten we niet. Het kan zijn dat burgemeester en wethouders denken: ‘Kom kom, meneer De Kloet, u bent wel erg druistig’. Maar dat is slechts een hypothese. Wel weten we inmiddels hoe het college er in de praktijk mee omgaat. De Kloet vroeg uiterlijk 21 oktober antwoorden op zijn vragen, maar die kreeg hij niet. En er kwam inderdaad ook geen briefje met een korte uitleg waarom niet.

Volgens het Reglement van Orde van de gemeenteraad doet het college daarmee formeel niets verkeerd. In dat reglement staat dat schriftelijke vragen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen dertig dagen moeten worden beantwoord. Die termijn is nog lang niet verstreken. Lukt het niet die termijn te halen, dan moet het college de vragensteller een briefje sturen met uitleg waarom het langer duurt en ook aangeven wanneer de antwoorden dan wel komen. Maar dat is dus nog niet aan de orde.

Ernstige misstap

Iets anders dan. Waren de vragen van 14 oktober zo ingewikkeld dat ze niet in een week beantwoord konden worden? Inhoudelijk zou ik denken: nou, dat valt nogal mee. In politieke zin ligt het echter anders. Politiek waren het namelijk best pittige vragen, culminerend in de vraag: ,,Wanneer heeft de wethouder besloten de raad onvolledig en niet tijdig in te lichten?’’ Ofwel: wanneer heeft de wethouder besloten een ernstige misstap te begaan?

Je kunt je best voorstelen dat Zagt en/of andere collegeleden daarvan wat narrig zijn geworden. Maar ja, dat hoort er nu eenmaal bij. Zoals de Britten zeggen: ‘If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen’ (blijf uit de keuken als je niet tegen de hitte kunt).

Domweg zwijgen, ook nadat de door vragensteller genoemde (korte) termijn is verstreken – is dat dan de oplossing? Is het handig om met de blik gericht op het Reglement van Orde te mikken op de termijn van maximaal dertig dagen? Mij lijkt van niet, alleen al omdat het niet bijdraagt aan een goede sfeer in de politieke arena. Formeel doet het college niets fout, maar dat is niet per se hetzelfde als kiezen voor goede/handige omgangsvormen. Hoe moeilijk was het geweest om even een briefje te sturen: ‘Tuttut, meneer De Kloet, u loopt wel erg hard van stapel, u krijgt heus antwoorden binnen de daarvoor geldende termijn, maar we vinden het niet nodig te overhaasten en wel hierom (volgt een korte motivering in pakweg twee of drie zinnetjes)’.

Pesterig?

Tien minuutjes werk, zo’n briefje. En bevorderlijk voor een goede  verstandhouding. Dat het college heeft gekozen voor (hooghartig? bureaucratisch? pesterig?) zwijgen zet de boel alleen maar verder op scherp. Welk doel zou het college daarmee denken te dienen?

5 gedachten op “Welk doel denkt het college te dienen?”

  1. Het blijft jammer dat de heer Kozijn het op de persoon blijft spelen. Onnodig. Ronald Frisart slaat in de hierboven gepubliceerde bijdrage de juiste toon aan.

    1. Is verantwoordelijk stellen op de persoon spelen? Je kunt niet ontkennen dat je mede verantwoordelijk voor de financiële puinhoop bent.

  2. Waar voeren De Kloet en Van Rijn oppositie tegen?
    Volgens Ronald Frisart voeren de beide fractievoorzitters stevige oppositie. Dat kan, ik heb al eerder geschreven dat oppositie voeren legitiem is. Ik ben van mening dat ze minder hoog van de toren moeten blazen, want ze voeren oppositie tegen het ontwarren van de puinhoop waarvoor het ontstaan zij vier jaar mede verantwoordelijk zijn geweest. Het tekort is niet ontstaan in de vier maanden dat het huidige college er zit, maar is een gevolg van het wanbeleid van vorige colleges met VVD wethouders van financiën, Deze hebben meestal ten onrechte het aureool dat ze zo goed met geld kunnen omgaan, dat het zulke voortreffelijke financiële bestuurders zijn! Je kunt er zelfs Tweede Kamerlid mee worden! Of De Kloet en Van Rijn hebben niet goed opgelet, of ze hebben niet begrepen welke trucs er toegepast werden om de begroting sluitend te maken, maar ze dragen medeverantwoordelijkheid voor het gevoerde wanbeleid.
    Daarom slaat de opvatting van De Kloet die tot uiting komt in de vraag wanneer Zagt besloten heeft om de raad onvolledig in te lichten nergens op. De vragen hebben helemaal geen urgent karakter en verplichten het college helemaal niet tot een tussenbericht. Het reglement van orde is van toepassing en we mogen al blij zijn als het college binnen de daarin genoemde termijn antwoordt.

    De belangrijkste oorzaak van de financiële puinhoop is dat deze gemeente niet zelfstandig kan voortbestaan. Ook het onderzoek van Berenschot toont dat weer aan. Maar DLP, DB en het CDA blijven volhouden dat dit wel kan. Overigens zonder een gedachte daarover ter tafel te brengen.
    De Kloet en Van Rijn zouden over hoe zij zien dat deze gemeente verder moet, gedachten moeten opperen, dat is constructiever dan vrijwel onzinnige vragen te stellen.

    P.S.
    Geen raadscommissie over het Berenschot rapport. Bijna alle aanbevelingen gaan over het college.
    Als de raad een commissie instelt, dan gebeurt wat Berenschot bekritiseert; ieder moet zijn rol houden.
    Er is huiswerk voor B en W, niet voor de Raad

    1. De Kloet heeft een vraag gesteld waar al een antwoord in besloten ligt. (een beschuldiging) Dat is niet netjes. Bovendien is de vraag door iemand die te goeder trouw is maar in de hectiek wat dingen uit de mond heeft laten vallen zo niet te beantwoorden. Ik adviseer Gert Zagt dan ook om de vraag niet te beantwoorden. Niet nu, niet over dertig dagen en niet over dertig jaar.

  3. Het college moet zich ervan bewust zijn dat er bezorgde inwoners van Wijdemeren bestaan die van verre zien aankomen dat de WOZ voor huizenbezitters wel weer omhoog zal gaan om de grote financiële gaten te dichten. Dat kan er in deze moeilijke tijden inclusief inflatie ook nog wel bij. Gaten ontstaan door puur wanbeleid en gebrek aan regie zeg ik als buitenstaander, maar met oog voor de plaatselijke politiek. Als bezorgde inwoner vind ik het dus meer dan prima dat de oppositie scherp is en de nodige vragen stelt om duidelijkheid te verkrijgen. 30 dagen procesjes of niet. Begroting niet sluitend en niet op tijd gereed kunnen krijgen met alle gevolgen van dien is niet zomaar een dingetje. In het bedrijfsleven is dit een doodzonde en vaak reden voor keihard en adequaat ingrijpen. Prima dus een scherpe oppositie te hebben!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.