Een paar weken geleden schreef ik een column op deze site, waarin ik het fenomeen coalitieakkoord relativeerde. Zo wees ik erop dat over belangrijke onderwerpen, waarover partijen die een akkoord sluiten het oneens zijn, niet in het coalitieakkoord werden opgenomen.

Een van de fundamenteelste vragen voor de gemeente Wijdemeren is, of deze gemeente zelfstandig kan blijven voortbestaan. De drie partijen hebben elkaar diep in de ogen gekeken en elkaar bezworen dat zij er voor gaan. Zij hebben hun handtekening gezet in het geloof dat zij de gemeente tot 2026 zullen besturen. Daarbij is het de vraag of het besturen of doormodderen is. Is het geloof in eigen kunnen of is het wachten op de provincie.
IJkpunten
Wanneer gaat het niet meer, of omgekeerd, wanneer besluiten de partijen om echt de termijn af te maken? Daarover is in het akkoord niets afgesproken. Dat is naar mijn mening onverstandig omdat al recent bleek dat er tussen partijen een verschil van inzicht bestaat. In het meest recente artikel van Ronald Frisart geeft hij de opvatting weer van commissieleden van de VVD en Dorpsbelangen over het bouwen van tiny houses.
In de verkiezingsstrijd had iedere partij de mond vol over bouwen voor jongeren in de sociale sfeer. Nu daar de kans voor is omdat de gemeente grondeigenaar is, zeggen de beide commissieleden dat die wens niet vervuld kan worden, omdat verkoop in de vrije sector veel meer opbrengt en dus goed voor de krappe gemeentekas is.
Nu is Rob Duikersloot (DB) inmiddels oppositie en is John van der Ree (VVD) lid van de coalitie waarin ook de PvdA/GL deelneemt. Het zou naar mijn mening goed zijn geweest voor de samenwerking in die coalitie om met elkaar toetsbare ijkpunten in het akkoord op te nemen om te bepalen of men met elkaar verder gaat, dan wel dat met tot de conclusie komt dat het roer om moet en de stekker er uit gaat.
Zo kan ik me voorstellen dat als ijkpunt wordt genomen dat de rekening 2023 positief is, dat het onderhoudsniveau van de openbare ruimte tenminste B is (nu is dat niveau C, het laagst mogelijke) en dat er een zichtbare en toetsbare voortgang met de taken van duurzaamheid is gemaakt. Uiteraard kunnen deze voorbeelden door andere, betere vervangen worden. Waar het mij om gaat is, spreek concrete doelen af om te beoordelen of deze gemeente een duurzame zelfstandige gemeente kan zijn. Als ik in de oppositie zat, zou ik die onmiddellijk, op de 17de al indienen. Al was het maar om de coalitie op dit onderdeel te toetsen!
Taak van de gemeente
De gemeente is er om op een zo goed mogelijke wijze het welzijn van zijn inwoners te dienen. De gemeente is geen doel op zich, maar een bestuurlijk middel om een doel te bereiken. Zo is het mogelijk maken van het bouwen voor mensen die op de overheid zijn aangewezen een bevordering van het welzijn. Het voortbestaan van de gemeente kan nooit een doel op zich zijn. Als de gemeente haar taken niet meer aankan, moeten we een andere bestuurlijke eenheid creëren.
Wim Kozijn
Verbaasd lees ik hier, dat het onderhoud niveau op niveau C ligt. Nu begin ik te begrijpen hoe het kan dat ons mooie raadhuis “slooprijp” wordt als we er niet snel veel onderhoud aan plegen. Maar is dat wel fair ten opzichte van openbare gebouwen als de bibliotheek? Daar vertelde een medewerkster dat er sinds de overname van ProBiblio Utrecht naar de gemeente er geen groot onderhoud meer plaatsvindt. Wanneer was dat en klopt het dat we sinds dat jaar bewust afstevenen op een herindeling? Is het een wonder dat dit fraai vormgegeven gebouw ook slooprijp wordt?